Kamervragen D66 en CDA over recycling zonnepanelen na uitzending Nieuwsuur

Zij hebben de vragen gesteld naar aanleiding van een uitzending van het actualiteitenprogramma Nieuwsuur, dat in een reportage stelt dat ‘80 miljoen zonnepanelen in 2024 een tikkende milieutijdbom zijn’.

13 eurocent per zonnepaneel
Hagen en Bontenbal willen onder meer weten of het klopt dat op dit moment een bijdrage wordt geheven van 13 eurocent per zonnepaneel bij de producent of importeur van zonnepanelen waarmee de inzameling en verwerking van afgedankte zonnepanelen wordt geregeld. ‘Is dit voldoende om de recycling op gang te brengen? Vanaf wanneer wordt deze bijdrage geheven? En hoe wordt gezorgd dat panelen, geplaatst voordat deze bijdrage geheven werd, op een correcte manier ingezameld en verwerkt worden?’, aldus de Kamerleden.

Recycling in België
Ook willen zij weten of de staatssecretaris bekend is met het feit dat er in België per zonnepaneel al een bijdrage aan recycling van 2 euro per zonnepaneel bestaat en waarom het verschil in de bijdrage tussen België en Nederland zo groot is.

Verder zijn ze benieuwd of het mogelijk is om de regelingen voor de bijdrage van producenten aan het recyclen van zonnepanelen in de Europese Unie gelijk te trekken en welke maatregelen heeft de staatssecretaris al heeft getroffen om de recycling van zonnepanelen te bevorderen?

Freeriders
Ook willen ze duidelijkheid hebben over bij wie de verantwoordelijkheid zou moeten liggen om ervoor te zorgen dat zonnepanelen worden gerecycled en wat daarbij de verantwoordelijkheid van producenten en importeurs zou moeten zijn, en welke rol consumenten en gemeenten zouden moeten spelen.

Ze besluiten: ‘Bent u in contact met producentenorganisatie OPEN over het verwezenlijken van hogere bijdrages van producenten, zodat de recycling van zonnepanelen beter ingericht kan worden? Welke maatregelen neemt u om te voorkomen dat zogenaamde freeriders, producenten die helemaal geen recyclingbijdrage betalen, van verbeteringen kunnen profiteren zonder een eerlijke bijdrage te leveren?’

Van Weyenberg moet de Kamervragen beantwoorden voordat de gebruikelijke termijn van 3 weken is verstreken. Mocht die beantwoordingstermijn te kort zijn, dan kan de staatssecretaris een uitstelbericht sturen en de vragen binnen 6 weken beantwoorden.