VN-klimaattop COP26: Nederland stopt met financiering fossiele energie in het buitenland

Op de VN-klimaattop COP26 in Glasgow presenteerde het Verenigd Koninkrijk de verklaring waar Nederland aanvankelijk niet bij de ondertekenaars hoorde, omdat het demissionaire kabinet stelde dat besluitvorming aan een nieuw kabinet werd overgelaten.

Belangrijke versnelling
Na bestudering van de verklaring is het demissionaire kabinet nu van gedachten veranderd. ‘Dit is een belangrijke versnelling’, aldus staatssecretaris Vijlbrief. ‘Een grote stap in de goede richting, om klimaatverandering tegen te gaan.’

De ondertekening betekent dat het kabinet in 2022 zal werken aan nieuw beleid voor het beëindigen van internationale overheidssteun aan de fossiele-energiesector. Dit geldt in het bijzonder voor de exportkredietverzekering. Het streven is dit voor eind 2022 te implementeren.

Verslechtering concurrentiepositie
Voor Nederlandse bedrijven die straks geen gebruik meer kunnen maken van de exportkredietverzekering terwijl belangrijke buitenlandse concurrenten dat wel kunnen, betekent dit volgens het kabinet een verslechtering van hun internationale concurrentiepositie. In gesprek met belanghebbenden wordt gekeken naar wat haalbaar en nodig is voor een groene transitie met behoud van banen en kennis in Nederland.

Voor een gelijk speelveld is het volgens Vijlbrief belangrijk dat zoveel mogelijk andere landen de verklaring ondertekenen, vooral in Europa en Azië waar grote concurrenten van de Nederlandse sector zich bevinden. De staatssecretaris hierover: ‘Op dit moment hebben 26 landen en instellingen de verklaring ondertekend. Vanuit het perspectief van een eerlijk speelveld wordt hier een goede stap gezet, omdat een aantal landen met grote exportkredietportefeuilles getekend hebben, zoals het Verenigd Koninkrijk, Canada, Italië, en de Verenigde Staten. Tegelijkertijd ontbreekt een aantal grote Europese spelers, en ontbreken de Aziatische (Japan, Korea) en BRIC-landen – Brazilië, Rusland, India en China – die verantwoordelijk zijn voor het grootste deel van de internationale publieke financiering van fossiele projecten. Het spreekt voor zich dat het van groot belang is dat zoveel mogelijk landen mee tekenen om te komen tot een gelijk speelveld. Nederland zal zich hier ook voor inzetten.’