logo
wvhj2023
© Rijksoverheid
© Rijksoverheid
30 juni 2021

Minister Ollongren weigert tijdelijke maximumprijs voor energielabel in te voeren

Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gaat geen tijdelijke maximumprijs voor energielabels invoeren. Dat heeft zij de Tweede Kamer laten weten naar aanleiding van een motie van VVD en SP.

De Tweede Kamer nam eind mei in ruime meerderheid een motie aan om tot 1 januari 2022 een maximumprijs in te stellen voor het fysieke energielabel. Enkel D66 (24 zetels), CDA (14 zetels) en PvdA (9 zetels) stemden tegen de motie.

Disproportioneel hoge prijzen
‘Er is een aantal partijen in de markt die disproportioneel hoge prijzen vragen voor het energielabel’, schrijft minister Ollongren aan de Tweede Kamer. ‘Maar er zijn nu ook aanbieders die prijzen bieden onder het gemiddelde van 256 euro. Dit is immers een gemiddelde. De beschikbaarheid van vakbekwame energieadviseurs is een belangrijke factor die van invloed is op de prijs van het energielabel. De verwachting is dat wanneer de markt in balans komt niet alleen de levertijden terug zullen lopen, maar ook de prijzen concurrerend zullen worden. Dat is de reden dat ik mij in de afgelopen periode heb ingezet om waar mogelijk het aantal energieadviseurs zo snel mogelijk toe te laten nemen. Tegelijk met het versturen van deze brief heb ik de einddatum van de overgangsregeling, waarbij adviseurs zonder het behalen van de softwaremodules voor het bewijs van vakbekwaamheid alvast aan de slag kunnen, verlengd van 1 juli naar 1 november 2021.’

De minister ziet het invoeren van een maximum niet als een oplossing om de prijs van het energielabel te verlagen. ‘Een dergelijk ingrijpende maatregel zal een marktverstorende werking hebben en juist zorgen voor minder concurrentie op de markt met het risico op het uittreden van energieadviseurs, langere wachttijden en uiteindelijk hogere prijzen na 1 januari 2022. Het stellen van maximumprijzen wordt alleen in zeer uitzonderlijke gevallen toegepast binnen Nederland en Europa in markten die structureel niet werken. Gezien de ongewenste effecten raadt de Autoriteit Consument & Markt (ACM) het stellen van een maximum ook ten zeerste af.’

Motie neerleggen
Met de aangenomen motie verzoekt de Tweede Kamer de regering desondanks om per ministeriële regeling tot 1 januari 2022 een maximumprijs in te stellen voor het energielabel. ‘Ik ben genoodzaakt deze motie naast mij neer te leggen, omdat er geen wettelijke grondslag is in de Woningwet om een maximumprijs te stellen per ministeriële regeling’, stelt Ollongren. ‘De voorgestelde wijziging van de Woningwet neemt circa 2 jaar in beslag. Ook is hiervoor nog nader onderzoek nodig om de hoogte van een maximumprijs te kunnen onderbouwen. Naar alle verwachtingen is de balans in de markt al veel eerder hersteld. Daarnaast is van belang dat er geen sprake is van een monopolie en dat er belangrijke ongewenste effecten zijn te verwachten.’

1.100 energieadviseurs
Verder meldt minister Ollongren dat begin juni het aantal van ruim 1.100 vakbekwame energieadviseurs bereikt is en dat dit aantal iedere week verder toeneemt. ‘Momenteel zijn nog bijna 1.100 personen bezig om hun vakbekwaamheid te behalen. Bij elkaar is dit aantal voldoende om aan de vraag naar adviseurs voor het nieuwe energielabel en de energieprestatie-berekeningen voor de vergunningaanvraag te voldoen. Daarmee is de verwachting dat in de komende maanden vraag en aanbod in de markt in balans zullen komen. Dit zal resulteren in teruglopende doorloop- en levertijden van een energielabel. Tot die tijd zijn de levertijden voor een energielabel echter langer dan gewenst en is het niet reëel om van een verkoper of verhuurder te verwachten dat op het moment van adverteren reeds een energielabel aanwezig is.’

De minister heeft daarom besloten om de opschorting van de handhaving van de advertentieplicht tot 1 juli 2021 te verlengen tot 1 januari 2022. ‘Dit houdt in dat tot 1 januari 2022 er niet zal worden gehandhaafd op de verplichting om de energieprestatie-indicator te vermelden in de advertentie in commerciële media bij verkoop of verhuur van een woning of utiliteitsgebouw, indien er nog geen geldig energielabel is afgegeven. Is er wel een geldig energielabel afgegeven, dan moet dit wel worden vermeld’, besluit Ollongren.

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten