SPIE: openbare verlichting onnodig grote hap uit Nederlands energieverbruik

Gemeenten laten een enorm besparingspotentieel liggen op het gebied van openbare verlichting. Door verlichting slimmer in te zetten, besparen ze niet alleen veel energie en dus kosten, maar wordt energie alleen verbruikt daar waar het echt nodig is. Dit stelt Annemijn Smid, teamleider e-mobility bij SPIE.

30 procent
Circa 30 procent van het energieverbruik van gemeenten komt van openbare verlichting. Dit is een gigantische hap uit het Nederlandse energieverbruik. Desondanks krijgt openbare verlichting weinig aandacht binnen gemeenten; het wordt gezien als bijzaak. Ook worstelen gemeenten met de afweging tussen minder verlichting op straat en de openbare veiligheid. Verlichte straten in de nacht zorgen voor een veilig gevoel bij burgers, maar leveren ook een hoge energierekening op. Daarnaast aarzelen lokale overheden om een keuze te maken nu een nieuwe generatie led-systemen op de markt komt. Maar het zijn beslissingen die wel genomen moeten worden, wil Nederland de klimaatdoelstellingen van 2030 behalen.

Smid: ‘Het belangrijkste is dat gemeenten de knoop doorhakken en versneld de nieuwste beschikbare technieken doorvoeren, die mogelijkheden voor telemanagement bieden. Anders missen ze de boot volledig. Met slimme verlichting kunnen gemeenten zorgen voor een hoger veiligheidsgevoel, maar kunnen ze ook drukte detecteren en verkeersstromen beïnvloeden. Ook is het van belang dat de gedateerde regelgeving rondom verlichting wordt herzien, op basis van nieuw onderzoek naar de vraag wanneer een passant zich (on)veilig voelt. Er kan bijvoorbeeld veel energie bespaard worden door sommige straten niet telkens te verlichten wanneer er één iemand de straat in rijdt, fietst of loopt. Of door gebruik te maken van de verlichting door etalages van winkels. Smid: ‘Het energiebesparingspotentieel kan met slimme verlichting wel oplopen tot 50 procent.’