logo
wvhj2023
hero-image
23 februari 2021

Planbureau voor de Leefomgeving: structurele knelpunten bij aardasvrij maken woonwijken

Bij het aardgasvrij maken van woonwijken doen er zich structurele knelpunten voor die extra aandacht vragen op rijksniveau. Dat blijkt uit onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).

In de onderzochte wijken blijkt dat er in de praktijk vaak veel meer gedetailleerd maatwerk nodig is dan op voorhand was gedacht. Door het maatwerk duurt het aardgasvrij maken vaak langer. Zo lijkt een wijk of buurt vaak een eenheid, maar zijn er grote verschillen tussen woningen en ook in de bereidheid en de mogelijkheden van de bewoners om mee te doen met het veranderingsproces. Het oplossen van deze structurele knelpunten vraagt ook om keuzen en acties op het niveau van de rijksoverheid, stelt het PBL op basis van de onderzochte initiatieven uit het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW). Consistent overheidsbeleid en een duidelijke toekomstvisie vanuit de rijksoverheid zou kunnen helpen bij het realiseren van draagvlak.

Zicht op complexiteit
Worden die knelpunten niet aangepakt, dan zal volgens het PBL het aardgasvrij maken van de gebouwde omgeving lastig het gewenste tempo bereiken. Uit het PBL-onderzoek wordt duidelijk dat de overgang naar een aardgasvrije warmtevoorziening op dit moment om zeer gedetailleerd maatwerk vraagt. Hierdoor duurt het aardgasvrij maken van de onderzochte proeftuinen vaak langer dan gedacht.

‘Doordat er op kleine schaal in de vorm van proeftuinen is gestart met het aardgasvrij maken van wijken, komen de knelpunten die deze lokale initiatieven ondervinden en de oplossingen die daarvoor nodig zijn vroegtijdig aan het licht’, zegt transitieonderzoeker Marloes Dignum, die het onderzoek naar de Aardgasvrije Wijken bij PBL leidde. ‘De proeftuinen helpen om zicht te krijgen op de aard en omvang van de knelpunten, zodat deze kunnen worden opgelost, en de transitie kan versnellen. Zicht op de complexiteit is daarmee een noodzakelijke eerste stap.’

Gedetailleerd maatwerk nodig
Het PBL sprak voor zijn onderzoek 14 voorloperwijken in de transitie naar aardgasvrij. Daarbij kwamen grote verschillen tussen woningen in de onderzochte wijken en in de bereidheid en de mogelijkheden van de bewoners om met het veranderingsproces mee te doen aan het licht.

Ook in het proces is veel maatwerk nodig: zo ontbreken er nog standaardstructuren voor kostenverdeling en is het onduidelijk wie welke risico’s en verantwoordelijkheden draagt. Soms zijn kostbare omwegen nodig: bijvoorbeeld een dubbele infrastructuur, omdat enkele bewoners (nog) niet aangesloten willen worden op een warmtenet. Om de financiën sluitend te krijgen, blijkt vaak extra ondersteuning nodig.

Weerstand in de wijk
De contextafhankelijkheid en het maatwerk maken het lastig om de leerervaringen uit de proeftuinen elders toe te passen. Dit geldt vooral voor taaie problemen, zoals een te beperkte bewonersbetrokkenheid of weerstand in de wijk. Zo vragen verschillende warmteopties zoals restwarmte, geothermie, elektrisch of waterstof om andere maatregelen achter de voordeur en vergt het nog tijd om te weten welke warmteopties naar de toekomst toe het meest reëel zijn.

Volgens het onderzoek liggen de grootste drempels in de overgang naar aardgasvrij buiten de invloedssfeer van het initiatief in de wijk. Structurele problemen op hoger niveau vertragen het proces. Zo kan als beschermend bedoelde wetgeving beperkend zijn voor de transitie, bijvoorbeeld op het vlak van Europese aanbestedingsregels. Andere wetgeving, zoals de Warmtewet 2, geeft weinig sturing omdat deze nog in ontwikkeling is. Daarnaast hebben gemeenten vaak moeite om de benodigde kennis, kunde en tijd vrij te maken om de benodigde nieuwe vaardigheden te ontwikkelen. Ook zou een breedgedragen verhaal over nut en noodzaak van een aardgasvrije woonomgeving het realiseren van draagvlak in de wijk kunnen helpen - nu is die er niet. Deze knelpunten bemoeilijken en vertragen de transitie, terwijl dat op zich al een complex proces is.

Zonnewarmte in Haarlems Ramplaankwartier

Een van de door het PBL onderzochte wijken is het Ramplaankwartier in Haarlem. De wijk bestaat uit 1.130 woningen die gebouwd zijn vanaf 1910. Het gaat om 95 procent eengezinswoningen en 5 procent meergezinswoningen waarvan 81 procent koopwoningen, 15 procent corporatiehuur, 4 procent overige huur.

De technologische voorkeursroute die onderzocht is, is zonthermie (zonnewarmte) via een zonnewarmtenet. Sinds eind 2019 is er een technisch en financieel haalbaar plan voor de hele wijk. Het streven is om zo snel mogelijk en liefst voor 2025 ten minste 80 procent van de woningen van het aardgas af te koppelen. Vanaf 2021 kunnen bewoners een specifiek aanbod kiezen voor 2022 bij aansluiting op het ZonneWarmteNet. Als er voldoende bewoners zijn die willen aansluiten op het ZonneWarmteNet kunnen de collectieve contracten met leveranciers worden gesloten. De verwachting is om vanaf dan te starten met de uitrol van het warmtenet, die volgens planning een paar jaar zal duren.

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten