Duitsland wil meerderheidsbelang in netbeheerder TenneT, Nederland staakt onderhandelingen

Minister Hoekstra meldt dat tijdens de onderhandelingen duidelijk is geworden dat Duitsland een meerderheidsaandeelhouder wil worden in het Duitse deel van TenneT. Omdat dit niet de voorkeur geniet van het Nederlandse kabinet gaat dat nu alle opties opnieuw overwegen.

Privatiseren
In september 2019 meldde het kabinet dat TenneT kapitaal tekortkomt om de energietransitie te financieren. Om die reden maakte het kabinet toen bekend zelf 4,75 miljard euro te willen investeren, TenneT te willen privatiseren of de netbeheerder gedeeltelijk te willen verkopen aan Duitsland.

Ruim een half jaar later, in mei 2020, tekende Nederland een intentieverklaring en werden de tot 31 december van dat kalenderjaar exclusieve onderhandelingen met de oosterburen geopend.

Kapitaal nog niet nodig
Hoekstra meldt dat Nederland nu ‘het gehele spectrum van opties gaat overzien’: ‘Het besluit om de opties te heroverwegen betekent dat de onderhandelingen pas worden hervat als deze  analyse is afgerond en een transactie met de Duitse staat op basis daarvan nog steeds de voorkeur geniet. In dat kader is eveneens besloten om de exclusiviteitsperiode niet te verlengen. Dit is met de Duitse staat besproken.’

Verder actualiseert TenneT momenteel zijn berekeningen met betrekking tot de investeringsagenda en kapitaalbehoefte. De hoogspanningsnetbeheerder heeft daarbij al aangegeven dat het moment dat de kapitaalbehoefte ontstaat, zal wijzigen. Doordat TenneT in juli 2020 een hybride obligatie heeft uitgegeven – die gedeeltelijk wordt aangemerkt als eigen vermogen – en door gewijzigde aannames rondom geplande investeringen, is de kapitaalbehoefte in tijd naar achteren geschoven. Hoekstra hierover: ‘Eerder was de verwachting dat er al op 1 januari 2022 kapitaal nodig zou zijn. TenneT verwacht nu dat voor het Nederlandse deel op 1 januari 2023 kapitaal nodig is. Voor het Duitse deel van TenneT is het eerste gedeelte van het benodigde kapitaal pas op 1 januari 2024 nodig. Dit geeft voldoende tijd voor een heroverweging van de verschillende opties.’