logo
© Gennady Kurinov | Dreamstime.com
© Gennady Kurinov | Dreamstime.com
1 februari 2021

Samenwerking CBS en Kadaster voor betere statistieken over installatie zonnepanelen

Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Kadaster hebben de resultaten gepresenteerd van een eerste gezamenlijk onderzoek om betere statistieken te maken over de installatie en opbrengst van zonnepanelen.

Het Centraal Bureau voor de Statistiek, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl), het Kadaster, het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en Rijkswaterstaat kondigden eind 2019 aan te gaan samenwerken bij informatievoorziening in de energietransitie. De 5 organisaties gaan data, kennis en informatie bundelen om de uitvoering en monitoring van de energietransitie beter te faciliteren. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) vroegen de betrokken partijen daarbij hun krachten te bundelen via het project Verbetering van de InformatieVoorziening voor de EnergieTransitie (VIVET).

Verwarring
Er ontstaat volgens het CBS en Kadaster vanuit verschillende partijen binnen de energietransitie – met name gemeenten en de 30 energieregio’s die een Regionale Energiestrategie (RES) maken – steeds meer vraag naar eenduidige en gevalideerde data over zonnestroom.

‘Het feit dat er verschillende cijfers over hetzelfde fenomeen worden gepubliceerd, schept verwarring’, aldus 2 partijen. In het kader van het programma Verbetering van de Informatievoorziening voor de Energietransitie (Vivet) zijn om te beginnen de zonnestroom-databases van de betrokken Vivet-partijen naast elkaar gelegd.

Verschillende methoden en bronnen
Het CBS en het Kadaster hebben verschillende methoden en bronnen tot hun beschikking waarmee inzicht geboden kan worden in de locatie van zonnepanelen. In de verkenning zijn beide methoden en databases naast elkaar gelegd, om zo een duidelijker beeld te kunnen krijgen van de mogelijke discrepanties en hoe deze elkaar in de toekomst aan zouden kunnen vullen. Het CBS voerde de afgelopen jaren al diverse proeven uit, zoals het automatisch detecteren van zonnepanelen met luchtfoto’s.

Het opgesteld vermogen aan zonnestroominstallaties in Nederland wordt door het CBS vandaag de dag berekend op basis van het combineren van data uit een aantal registraties, te weten data uit het Productie Installatie Register (PIR), data van CertiQ, data over de btw-teruggave bij particulieren, data van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) en data van de Energie-investeringsaftrek (EIA).

Het Kadaster zet op zijn beurt onder meer beeldherkenningstechnieken in. Hiermee kunnen verschillende topografische elementen vanuit luchtfoto’s worden herkend, waaronder zonnepanelen. Zodoende kan geïnstalleerd oppervlakte op zowel daken als land gedetecteerd worden en kan op basis van rekenkundige vertalingen een berekening voor het vermogen gemaakt worden. Daarnaast kan op basis van hoogtemodellen en satellietbeelden ook inzicht geboden worden in de potentie voor zon op daken.

Regionaal niveau
Het nu gezamenlijk gepresenteerde onderzoek richt zich op de reeds geïnstalleerde gebouwgebonden zonnepanelen op regionaal niveau. Ten behoeve van de verkenning is gekeken naar de volgende gemeenten: Utrecht, Heerlen, Het Hogeland en Arnhem.

Voor deze gemeenten zijn de databases van het Kadaster en het CBS, met verslagperiode 2019, naast elkaar gelegd om te kijken in hoeverre deze overeenkomen. Per gemeente is gekeken door welke waarnemingsmethoden de zonnepanelen zijn geïdentificeerd. Ruim de helft van de geïdentificeerde zonnepanelen per gemeente wordt door zowel het Kadaster als het CBS gevonden.

Aanvullend onderzoek nodig
Er is dus duidelijk geworden dat de methodieken tot verschillende uitkomsten leiden. Waardoor de verschillen die uit de analyses naar onder andere gebruiksfunctie en bouwjaar naar voren komen precies worden veroorzaakt, is niet uit de analyses van het onderzoek af te leiden. Hiervoor dient volgens de 2 organisaties nader onderzoek uitgevoerd te worden, waarin ook veldonderzoek wordt meegenomen om zo een koppeling te kunnen maken met de praktijk. Aanvullend onderzoek is ook nodig om erachter te komen hoe beide bronnen elkaar kunnen complementeren voor het vollediger in kaart brengen van zonnestroom op laag regionaal niveau.

‘Dat de twee elkaar kunnen aanvullen, kan al wel onderstreept worden, maar hoe dat er methodologisch uit kan komen te zien, zou nader uitgewerkt kunnen worden in een vervolgonderzoek’, besluiten het CBS en het Kadaster.

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten