Provincie Brabant gaat toezien op correcte toepassing zonneladder door gemeenten

De Provinciale Staten namen half november een motie aan waarin gemeenten wordt gevraagd zonnedaken voorrang te geven boven zonneparken en Gedeputeerde Staten dit te laten handhaven.

In beroep
Gedeputeerde Staten hebben Provinciale Staten nu geïnformeerd hoe zij invulling gaan geven aan de motie. ‘De provincie heeft geen bevoegdheid voor de vergunningverlening ten aanzien van zon-op-dakprojecten of zonneparken anders dan een toezichthoudende rol bij de ontwikkeling van zonneparken’, stellen Gedeputeerde Staten.

Desondanks wil het dagelijks bestuur van de provincie bij concrete vergunningverlening van zonneparken blijven toezien op een correcte toepassing van de zonneladder door gemeenten. ‘Waar nodig treden wij in de voorfase met gemeenten in overleg over een goede motivering en verantwoording’, aldus Gedeputeerde Staten. ‘Bij het niet correct toepassen van de zonneladder, dienen wij een zienswijze in tegen de ontwerp omgevingsvergunning inhoudende afwijking van het bestemmingsplan voor de aanleg van een zonnepark. In het uiterste geval stellen wij beroep in tegen de verlening van een dergelijke vergunning.’

Correcte toepassing
Daarbij stellen Gedeputeerde Staten dat er in gemeenten nog steeds zonneparken ontwikkeld kunnen worden zolang uit een correcte toepassing van de zonneladder volgt dat de noodzaak aanwezig is om aan de doelstellingen te voldoen.

Het provinciebestuur meldt namelijk dat in beeld is gebracht dat de potentie van het dakoppervlak in Brabant onvoldoende is om via zon-op-dakprojecten in de doelstelling van 100 procent duurzame energie in 2050 te voorzien. ‘Ook de geconstateerde knelpunten met betrekking tot zon-op-dak zorgen voor een vertraging in de realisatie van projecten. Een volledige stop op de ontwikkeling van zonneparken betekent dat de doelstellingen uit het Klimaatakkoord en de doelstelling uit de provinciale Omgevingsvisie (50 procent duurzame opwek in 2030) niet gehaald worden.’

Brief aan gemeenten
Naar aanleiding van de motie hebben Gedeputeerde Staten ook een brief aan alle Brabantse gemeenten gestuurd waarin opgeroepen wordt om zonnedaken voorrang te verlenen op zonneparken.

De provincie benadrukt in de brief dat de door Provinciale Staten aangenomen motie niet stelt dat de provincie gemeentelijke vergunningen voor zonneparken tegen moet houden. ‘Wel roept de motie op om op strikte wijze toe te zien dat de in de Interim omgevingsverordening opgenomen zonneladder op een correcte manier wordt toegepast en dat zon-op-dakprojecten voorrang krijgen ten opzichte van zonneparken. De motie ‘Voorrang voor zon op dak’ betekent in de praktijk dat er, voor zover dat al niet gebeurde, nog nadrukkelijker aandacht besteed moet worden aan het goed motiveren en onderbouwen van de behoefte van de aanleg van grondgebonden zonneparken en de daarvoor benodigde locaties. Gelet daarop zullen wij nog nadrukkelijker dan wij al deden toezien op een goede toepassing van de zonneladder en op kwalitatief goede onderbouwingen bij initiatieven voor zonneparken.’