logo
wvhj2023
hero-image
3 december 2020

Raad van State: woningcorporatie mag niet participeren in zonnepark

De Raad van State heeft in hoger beroep geoordeeld dat woningcorporatie Woonstichting Groninger Huis niet mag participeren in een zonnepark van energiecoöperatie Sunbrouck in Midden-Groningen.

De woningcorporatie diende in 2018 bij minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het verzoek in om te mogen participeren in de zonneweide. De Autoriteit Woningcorporaties wees namens de minister dit voorstel op basis van de woningwet echter af.

240 zonnepanelen
De woningcorporatie wilde investeren in 20 procent van het totaal aantal zonnepanelen op het zonnepark van Sunbrouck; goed voor een bedrag van 61.440 euro en 240 zonnepanelen. Woonstichting Groninger Huis wil de opbrengst van deze zonnepanelen aanwenden voor het elektriciteitsgebruik van de algemene ruimten van een aantal van haar appartementsgebouwen.

Eind 2019 stak de rechtbank Noord-Nederland hier al een stokje voor, waarna de woning- en energiecoöperatie in hoger beroep gingen.

BTiV
Volgens de woningcorporatie heeft de rechtbank Noord-Nederland niet onderkend dat Sunbrouck niet vergelijkbaar is met een nutsbedrijf, omdat zij geen energie levert aan huishoudens of bedrijven. Om die reden is artikel 47 van het Besluit Toegelaten instellingen Volkshuisvesting (BTiV) niet van toepassing.

De Hoge Raad gaat echter niet mee in die redenatie. De rechtbank heeft volgens de Hoge Raad terecht vastgesteld dat de door Sunbrouck geleverde diensten, namelijk het opwekken en leveren van zonne-energie, ook door nutsbedrijven kunnen worden geleverd. Dat Sunbrouck volgens de woningcorporatie niet concurreert met nutsbedrijven, omdat zij de energie niet levert aan huishoudens of bedrijven, maar aan een coöperatief nutsbedrijf, maakt dat niet anders. ‘Het gevolg hiervan is dat een verbinding van de Woonstichting met Sunbrouck alleen kan worden toegestaan als de levering daarvan geschiedt met gebruikmaking van een in of nabij de woongelegenheid aanwezige voorziening’, aldus de Hoge Raad.

Dichtstbijzijnde woningen
‘Het zonnepanelenpark is op geruime afstand van de dichtstbijzijnde woningen van de Woonstichting gelegen en behoort ook niet tot de infrastructuur van die gebouwen’, vervolgt de Hoge Raad. ‘Dat de afstanden in het buitengebied in het algemeen groter zijn en dat sprake is van lintbebouwing maakt dat niet anders, omdat dat niet wegneemt dat de zonnepanelen niet tot de infrastructuur van de woningen kunnen worden gerekend.’

Het hoger beroep van Woonstichting Groninger Huis is daarom door de Hoge Raad ongegrond verklaard.

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten