Het onderzoek van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties moet ertoe leiden dat eventuele knelpunten in kaart gebracht worden.
Grotere kans
Ollongren start het onderzoek op basis van een verzoek van SP-Kamerlid Michiel van Nispen en voor de uitvoering van de motie Van Gerven. SP-Kamerlid Henk van Gerven had de minister in een motie gevraagd om te onderzoeken op welke wijze publieke en collectieve lokale initiatieven rond energietransitie een grotere kans kunnen krijgen.
‘Lokale initiatieven dragen direct en indirect bij aan de doelen van het kabinet’, stelt Ollongren. ‘Ze kennen echter de nodige uitdagingen om succesvol van de grond te komen. Daarom is het belangrijk dat initiatiefnemers worden ondersteund. Naast het Rijk spelen ook gemeenten hier een belangrijke rol in. In dat verband zie ik goede voorbeelden in Súdwest-Fryslân en Noord-Holland; bijvoorbeeld de ‘Handreiking praktijk: lokale initiatieven en eigendom’ van de Regionale Energiestrategieën (RES’en) Noord-Holland Noord en Noord-Holland Zuid.’
Ondersteuning
De minister stelt dat het Rijk lokale initiatieven nu al ondersteunt. Dit gebeurt onder meer door tussenkomst van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, de Rijksbijdrage in het Ontwikkelfonds voor energiecoöperaties, de Participatiecoalitie en als medeopdrachtgever van het Nationaal Programma RES.
Het nieuwe onderzoek van Ollongren moet uitwijzen of dit toereikend is. ‘Met het uit het onderzoek voortkomende overzicht van knelpunten zal ik nagaan in hoeverre deze ondersteuning voldoet, aanpassing of uitbreiding behoeft en op welke wijze hierin zou kunnen worden voorzien.’ In de eerste Voortgangsbrief van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) – nog voor de zomer van 2021 – informeert de minister de Tweede Kamer over de uitkomsten van de verkenning.