De eerste ronde van de verbrede Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie (SDE++) wordt opengesteld van 29 september 9.00 uur tot 22 oktober 17.00 uur. Er is 5 miljard euro subsidie beschikbaar.
Impuls voor zonnecarports
Naar aanleiding van reacties uit de markt heeft minister Wiebes het PBL nader onderzoek laten doen naar de kostprijs van zonnepanelen op overkappingen (zonnecarports).
Op basis van dit advies maakt de minister het vanaf de najaarsronde 2020 mogelijk voor carports om in te dienen binnen de categorie gebouwgebonden systemen groter dan 1 megawattpiek in plaats van in de categorie niet-gebouwgebonden systemen groter dan 1 megawattpiek. Wiebes hierover: 'Hiermee hoop ik een impuls te geven aan deze maatschappelijk gewenste toepassing. Dit onderzoek toont aan dat zon-pv op overkappingen uit kan in de bestaande categorie, vandaar dat deze toepassing mogelijk wordt gemaakt in de categorie.'
Drijvende zonnepanelen
Ook voor drijvende zonneparken vindt er vanaf de invoering van de SDE++ een belangrijke wijziging plaats. Voor grondgebonden projecten groter dan 1 megawattpiek (MWp) wordt in de komende openstellingsronde van de SDE++ conform het advies van het PBL namelijk onderscheid gemaakt tussen systemen op land, systemen op water, zonvolgende systemen op water en zonvolgende systemen op land.
Wiebes hierover: ‘De belangrijkste reden voor deze verfijning is dat de kosten voor zon-op-water substantieel hoger lijken te zijn dan voor zon-op-veld. Ik beperk daarbij het maximum basisbedrag voor zon-op-water systemen, omdat ik niet bereid ben om een meerprijs te betalen ten opzichte van projecten op land. Ik stel het basisbedrag voor projecten op water daarom vast op het tarief van zonprojecten kleiner dan 1 megawattpiek.’
Zonneparken in het nadeel
Minister Wiebes meldt verder dat het waarschijnlijk is dat dakgebonden pv-systemen in de eerste ronde van SDE++ eerder subsidie zullen krijgen dan zonneparken. ‘In de SDE++ zal de relatieve rangschikking van systemen met eigen verbruik verbeteren ten opzichte van systemen zonder eigen verbruik. Dakgebonden systemen hebben daarbij in de regel meer eigen verbruik dan grondgebonden systemen. De verwachting is dat zon op dak eerder voor subsidie in aanmerking zal komen dan grondgebonden systemen.’
Pvt niet langer gesubsidieerd via zonthermie
Een andere belangrijke wijziging voor zonne-energie voert minister Wiebes door binnen de categorie zonthermie (red. zonnewarmte). Waar pvt-systemen die de opwekking van zonnewarmte en zonnestroom combineren voorheen subsidie konden aanvragen binnen de categorie zonthermie en zon-pv zal dit binnen de SDE++ niet langer het geval zijn.
Minister Wiebes hierover: ‘In voorgaande openstellingen kon dit type systemen een aanvraag indienen voor zowel zon-pv als zonthermie. Ik acht dit niet wenselijk, omdat de berekende basisbedragen voor zon-pv en zonthermie niet zijn bepaald met een pvt-systeem in gedachte. Daarnaast is het complex om zowel warmte als elektriciteit apart te bemeteren. Met ingang van de SDE++ kunnen pvt-systemen daarom enkel aanvragen in de categorie zon-pv.’
Definitief aparte categorie daglichtkas
Daarnaast heeft minister Wiebes naar aanleiding van het eerdere positieve advies van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) definitief besloten subsidie beschikbaar te stellen voor de Daglichtkas.
De minister hierover: ‘De daglichtkas is een kasontwerp met een kasdak dat invallend zonlicht benut voor de productie van warmte. De minister hierover: ‘Ik stel een aparte SDE++ categorie voor de daglichtkas open. Weliswaar is het ontwerp zeer specifiek en is het aantal leveranciers momenteel zeer beperkt, maar de daglichtkas is in potentie wel een techniek die breder toepasbaar is. Ik zal in de regeling waarborgen opnemen, zodat er bij de gestimuleerde installaties geen sprake van overstimulering zal zijn.’
Lees ook: