Groningen: regelgeving natuurbescherming bij drijvende zonneparken wél op orde

De Gedeputeerde Staten van Groningen hebben een reactie gestuurd op de Statenvragen van de Partij voor de Dieren. Die fractie stelde de vragen naar aanleiding van de snelle ontwikkeling van drijvende zonneparken in het algemeen en meer concreet over het initiatief van GroenLeven om een drijvend zonnepark van 48 megawattpiek te realiseren op de Zuidplas bij Sellingerbeetse.

Oordeel aan gemeenteraad
In de omgevingsverordening zijn volgens het provinciebestuur instructieregels opgenomen waaraan bestemmingsplannen voor zonneparken, ook drijvende, aan dienen te voldoen. ‘Daarbij is bepaald dat een gemeente een gebiedsvisie zonne-energie moet hebben om aan te geven waar zonneparken die zich niet bevinden in of grenzen aan stedelijk gebied zouden passen’, schrijven Gedeputeerde Staten in hun antwoorden. ‘Het park waaraan wordt gerefereerd, valt in die categorie. Of het drijvende zonnepark op de Zuidplas bij Sellingerbeetse een gewenste ontwikkeling is, is dus in eerste instantie ter beoordeling aan de gemeenteraad.’

Geen aanvullende regelgeving
In de brief aan Provinciale Staten geven Gedeputeerde Staten ook aan geen aanvullende regelgeving te willen opnemen over drijvende zonneparken in de Verordening Ruimte: ‘In de Omgevingsverordening wordt geen onderscheid gemaakt tussen drijvende en niet-drijvende zonneparken, en wij zien geen aanleiding voor een dergelijk onderscheid. Voor beide categorieën gelden dezelfde eisen op het gebied van bescherming van natuurwaarden en participatie.’

Natuurbescherming op orde bij Sellingerbeetse
In de Omgevingsverordening van de provincie zijn instructieregels opgenomen op grond waarvan een zonnepark niet kan worden toegestaan binnen de op kaart 6 aangegeven tot het Natuurnetwerk Nederland (NNN) behorende gebieden. Ook het ‘zoekgebied robuuste verbindingszone’ en de ‘bos- en natuurgebieden buiten het Natuurnetwerk Nederland’ zijn uitgesloten. Daarnaast worden Natura 2000-gebieden en de aanwezige flora en fauna op grond van de Wet natuurbescherming beschermd. Gedeputeerde Staten: ‘Gelet op deze regelgeving zien we geen aanleiding te veronderstellen dat in het geval van het drijvende zonnepark bij Sellingerbeetse de regelgeving op het gebied van de natuurbescherming tekortschiet.’

‘Wildgroei’ voorkomen
In de Omgevingsverordening regels zijn volgens Gedeputeerde Staten verder mede regels opgenomen om ‘wildgroei’ van zonneparken te voorkomen. ‘Zo is voor de vestiging van zonneparken op locaties in het buitengebied die niet aansluiten op het bestaand stedelijk gebied of die niet ondergeschikt zijn aan een bouwvlak in het buitengebied, bepaald dat deze moeten passen binnen een gemeentelijke visie op zonne-energie. Deze laatste vormt daarbij de basis van een door ons te nemen besluit tot aanwijzing van locaties die in aanmerking komen voor de vestiging van een zonnepark. Ten slotte zijn er regels opgenomen op grond waarvan ten behoeve van een goede landschappelijke inpassing de maatwerkmethode moet worden toegepast.’

Evaluatie van beleid
Een evaluatie van dit beleid wordt, mede ingegeven door het aantal aanvragen voor zonneparken, door de provincie op dit moment afgerond. Gedeputeerde Staten zegt daarbij toe Provinciale Staten te informeren over de uitkomsten en eventuele wijzigingen van het beleid. ‘Daarbij kijken wij ook op welke wijze participatie en mede-eigenaarschap van de omgeving vorm kan krijgen’, besluiten Gedeputeerde Staten.