logo
wvhj2023
© Rijksoverheid
© Rijksoverheid
7 oktober 2019

Stikstofcrisis: uitzonderingspositie voor zonneparken en duurzame-energieprojecten

Het kabinet gaat projecten voor de opwekking van duurzame energie – zoals zonneparken – een uitzonderingspositie creëren zodat de toestemmingverlening op basis van intern salderen per 11 oktober weer kan starten.

Eerder werd al bekend dat 650 tot 700 projecten van de Nederlandse overheden rond klimaat, verduurzaming en natuurontwikkeling mogelijkerwijs vertraging oplopen door de stikstofuitspraak van de Raad van State.

Kabinet kondigt maatregelen aan
Om de hoeveelheid stikstof in de natuur terug te dringen, werkt de overheid sinds 2015 met het Programma Aanpak Stikstof (PAS). De Raad van State heeft eind mei in de uitspraak geoordeeld dat de overheidsaanpak niet voldoet, omdat de overheid toestemming geeft voor allerlei projecten die juist voor extra stikstofuitstoot zorgen. Daarmee mag het PAS volgens de Raad van State niet als basis voor toestemming voor activiteiten worden gebruikt. Om die reden ging er in augustus ook een streep door het bestemmingsplan voor een duurzaam bedrijventerrein met zonnepark in Cranendonck.

Het kabinet heeft nu een reeks nieuwe maatregelen aangekondigd om de uitstoot en neerslag van stikstof te verminderen, de natuur te herstellen en de vergunningverlening verder op gang te brengen. Het kabinet kiest samen met de provincies voor een gebiedsgerichte aanpak: per gebied effectieve (bron)maatregelen in kaart brengen en vervolgens uitvoeren. ‘Nederland kampt met een stikstofprobleem’, opent minister Schouten haar brief aan de Tweede Kamer. ‘De uitspraak van de Raad van State en de aanbevelingen van het Adviescollege Stikstofproblematiek onder leiding van de heer Johan Remkes geven een helder signaal. Niet alles kan.’

Nieuwe balans
‘We moeten een nieuwe balans in’, vervolgt Schouten. ‘Veel is al in gang gezet en bereikt, maar een versnelling is noodzakelijk. Daartoe gaat het kabinet een aantal zaken doen: investeren in direct natuurherstel, inzetten op een drempelwaarde voor stikstofdepositie zodat het proces voor het verlenen van toestemming voor (kleine) activiteiten en projecten weer in gang kan worden gezet, toestemmingverlening op gang brengen via intern salderen en extern salderen onder voorwaarden. Ook stelt het kabinet indien nodig financiële en juridische middelen beschikbaar en worden bronmaatregelen genomen waar deze (gebiedsgericht) effect hebben, onder meer door vrijwillige en warme sanering van boerenbedrijven in de buurt van natuurgebieden, investeringen in innovaties voor boeren die willen blijven en gerichte snelheidsverlagingen daar waar het effect heeft op de stikstofdepositie.’

Aanpak per gebied
In de Kamerbrief legt Schouten namens het kabinet uit hoe Nederland een stikstofreductieplan vorm gaat geven samen met het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Unie van Waterschappen (UvW) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Het kabinet wil landelijke maatregelen nemen die gebiedsgericht worden uitgewerkt en volgt hiermee het advies van het Adviescollege. De herkomst van stikstofdepositie verschilt namelijk per gebied. De aanpak om de depositie te verminderen, is dus overal anders. De oplossing ligt volgens het kabinet in een gebiedsgerichte benadering. Hierbij wordt inzichtelijk gemaakt wat nodig is voor natuurherstel, welke (bron)maatregelen daarvoor in dat gebied beschikbaar zijn, maar ook welke ruimte nodig is om activiteiten in dat gebied te kunnen ontplooien.

Extern en intern salderen
Bij de stikstofproblematiek valt met grote regelmaat de term intern en extern salderen. Intern salderen betekent dat met het voorgenomen project zo aanpast, dat de stikstofuitstoot vermindert of gelijk blijft. Heeft een agrariër bijvoorbeeld 1 stal en wil hij op de bedrijfslocatie uitbreiden naar 2 stallen, dan produceren de stallen samen meer stikstof dan voorheen. Neemt men in de bestaande stal echter maatregelen waardoor de hoeveelheid stikstofdepositie van beide stallen samen op geen enkele locatie in een Natura 2000-gebied toeneemt, dan kan men een vergunning krijgen.

Door extern salderen blijft de stikstofdepositie (stikstofneerslag) in een bepaald gebied gelijk of neemt af. Daarbij wordt de toename van stikstofdepositie in een bepaald gebied door een activiteit weggenomen doordat een andere activiteit wordt gestopt. Wil iemand bijvoorbeeld een bedrijf starten, wijzigen of uitbreiden waardoor meer stikstofdepositie ontstaat en een ander bedrijf in de buurt stopt, dan kan men onder strikte voorwaarden de ruimte die daardoor is vrijgekomen om stikstof uit te stoten overnemen. Die ruimte kan dan dus gebruikt worden voor oprichting van een nieuw bedrijf of uitbreiding van het bestaande bedrijf.

Uitzonderingspositie voor duurzame energie
Minister Schouten meldt nu in haar Kamerbrief dat de toestemmingverlening via intern salderen weer kan starten per 11 oktober. ‘Daarbij is een zorgvuldige afweging gemaakt tussen enerzijds het belang om geen stikstofstijging te veroorzaken en anderzijds de ruimte die de initiatiefnemer nodig heeft voor zijn bedrijfsvoering’, schrijft Schouten. ‘Daarom wordt uitgegaan van de feitelijk gerealiseerde en vergunde capaciteit. Het gaat om de feitelijk gerealiseerde capaciteit passend binnen de vergunde situatie. Voor een aantal activiteiten is het problematisch voor de bedrijfsvoering om uit te gaan van de gerealiseerde capaciteit, en zal om die reden worden uitgegaan van de vergunde (en niet perse gerealiseerde) capaciteit.’

Dit leidt volgens de minister tot de volgende uitzonderingsgronden waar de initiatiefnemer zich gemotiveerd op kan beroepen:

  • Op het moment van aankondiging van dit aangescherpte beleid via de Kamerbrief was het project nog niet volledig gerealiseerd, maar heeft de initiatiefnemer wel aantoonbaar stappen gezet met het oog op volledige realisatie.
  • Op het moment van aankondiging is weliswaar nog niet aangevangen met de realisatie van een uitbreidingsproject, maar waren daarvoor wel al aantoonbaar onomkeerbare (investerings)verplichtingen aangegaan.
  • Het project is noodzakelijk voor de realisatie van de doelen in een Natura 2000-gebied, bijvoorbeeld bedrijfsverplaatsing in het kader van natuurherstelmaatregelen.
  • Projecten en plannen ten aanzien van/ten behoeve van wegen, vaarwegen, spoorwegen en luchtvaart, woningbouw, duurzame energieopwekking en energieprojecten van nationaal belang dan wel projecten noodzakelijk in het kader van de nationale veiligheid of militaire activiteiten.

Ecologische toets hernieuwbare energie
Een andere mogelijkheid voor toestemmingsverlening is de ecologische toets. Als hieruit blijkt dat er geen significant negatieve effecten zijn op Natura 2000-gebieden, kan de overheid toestemming verlenen. Dit geldt volgens Schouten ook voor nieuwe projecten die slechts een tijdelijke stikstofdepositie hebben, zoals hernieuwbare energieprojecten.

‘Uit deze toets moet blijken dat de betreffende emissies niet leiden tot aantasting van Natura 2000-gebieden’, schrijft Schouten. ‘Voor een aantal projecten geldt dat slechts sprake is van een tijdelijke emissie in de aanlegfase die een depositie veroorzaakt. Voor deze projecten is het, afhankelijk van de gebiedsspecifieke omstandigheden, mogelijk een ecologische onderbouwing te leveren en kan in dat geval toestemming worden verleend. Daarbij geldt dat het aannemelijk is dat kleinschalige bouwprojecten op een redelijke afstand van Natura 2000-gebieden waarschijnlijk via deze weg doorgang kunnen vinden.’

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten