logo
wvhj2023
hero-image
6 augustus 2019

Rechtbank Noord-Nederland keurt vergunning zonnepark Ooststellingwerf goed

De Rechtbank Noord-Nederland heeft tijdens een zitting in Groningen de vergunning van een zonnepark in Ooststellingwerf goedgekeurd. 3 eisers hadden bezwaar aangetekend tegen de omgevingsvergunning.

In september 2018 heeft de gemeente Ooststellingwerf een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een zonnepark. De percelen van het zonnepark hebben een gezamenlijke oppervlakte van ongeveer 4 hectare waarbij de zonnepanelen een oppervlakte van 2,4 hectare beslaan. De 3 eisers hebben beroep aangetekend tegen de vergunningsverlening.

Tussenliggend bos
Omdat het beroep van 1 van de 3 eisers niet tijdig is ingediend, is dit ongegrond verklaard. Het beroep van 2 andere eisers is door de rechtbank wel in behandeling genomen.

Volgens de rechter blijkt echter dat de 2 eisers vanuit hun woningen geen zicht hebben op de planlocatie. De percelen van de eisers grenzen namelijk niet aan het projectgebied. Tussen het projectgebied en de percelen van de eisers liggen 2 percelen van It Fryske Gea die in gebruik zijn als bos. De afstand van het projectgebied tot het perceel van de eerste eisers is 246 meter en tot dat van de tweede eiser 85 meter. De rechtbank is van oordeel dat de gevolgen van het besluit voor het zicht van de eisers ontbreken, dan wel van dermate geringe betekenis zijn dat in zoverre een persoonlijk belang ontbreekt.

Niet-ontvankelijk
Het is volgens de rechtbank dan ook niet aannemelijk geworden dat het zonnepark gevolgen van enige betekenis heeft voor de eisers, bijvoorbeeld in de vorm van trillingen, geur, emissie, licht, geluid of bijzondere risico’s voor de omgeving. Eisers hebben wel gesteld dat er negatieve effecten zouden kunnen zijn van zonneparken in het algemeen, doch dat dit nog niet bekend is. De vrees voor een onzekere, toekomstige gebeurtenis is naar het oordeel van de rechtbank echter niet voldoende om aangemerkt te kunnen worden als belanghebbende bij het onderhavige besluit.

De rechtbank concludeert dat geen van eisers, zij het om verschillende redenen, ontvangen kan worden in beroep. De rechtbank heeft beroep dan ook niet-ontvankelijk verklaard. Aan een inhoudelijke beoordeling van de zaak komt de rechtbank dan ook niet toe. Tegen deze uitspraak kan nog wel binnen 6 weken hoger beroep worden aangetekend bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten