Minister Wiebes: drijvende zonneparken bieden kansen

De PVV stelde half juni een reeks kritische Kamervragen over drijvende zonnepanelen naar aanleiding van ophef in de media over de ambitie van het Nationaal Consortium Zon op Water om tot en met 2023 zo’n 2 gigawattpiek aan drijvende zonneparken te realiseren.

Technologieneutraal
Minister Wiebes toont zich echter voorstander van de activiteiten van het nationaal consortium. ‘De energietransitie is gebaat bij het onderzoek naar nieuwe technieken en toepassingen voor de productie van hernieuwbare elektriciteit. Dit geldt ook voor onderzoek en ontwikkeling van zonnepanelen op water’, schrijft de minister in zijn antwoorden.

Ook over de kosten maakt hij zich geen zorgen. ‘De ontwikkeling van deze plannen wordt overgelaten aan de markt. De SDE+-regeling is technologieneutraal en maakt een ranking op basis van kosteneffectiviteit. Hiermee komen de goedkoopste projecten als eerste aan bod. Van deze specifieke projecten (red. drijvende zonneparken) moet nog blijken voor welke kostprijs zij een aanvraag in kunnen dienen. Het is nog onduidelijk hoe groot de plannen precies zijn en of ze gerealiseerd zullen worden. Hierdoor is ook nog niet aan te geven hoe groot het gedeelte zal zijn in het totale Nederlandse energieverbruik.’

Schuilgelegenheid
Net als grondgebonden zonneparken moeten ook drijvende zonneparken volgens Wiebes voldoen aan alle geldende wet- en regelgeving. ‘Inclusief wet- en regelgeving omtrent dier en natuur. Over de natuureffecten van zonnepanelen op water is weinig bekend. Er kan habitatverlies optreden maar het is nog niet bekend wat het verlies van weggevangen “zonne-energie” voor de waterecosystemen betekent. Tegelijk kunnen drijvende zonnepanelen ook kansen bieden, als schuilgelegenheid voor vissen of als aanhechtingsmateriaal voor mosselen.’