In mei van 2015 werd bekend dat de EU onderzoek ging doen naar de methode waarmee de MIP wordt vastgesteld. De Europese Unie besloot vervolgens in november een verzoek van EU ProSun te weigeren om de methode voor het vaststellen van de minimumimportprijs te wijzigen. EU ProSun vindt dat de huidige methode de Chinese fabrikanten bevoordeeld.
De minimuminvoerprijs van Chinese zonnepanelen wordt ieder kwartaal aangepast onder verwijzing naar de internationale prijzen op de spotmarkt van kristallijn siliciumzonnepanelen, met inbegrip van de Chinese prijzen zoals gerapporteerd door de Bloomberg-databank (red. de bestaande benchmark). De Europese Commissie besloot in november dat de wijze waarop de MIP wordt vastgesteld correct is: 'De bestaande benchmark voldoet nog steeds aan de doelstelling die wij voor ogen hebben met de huidige maatregelen die voor zonnepanelen van kracht zijn en daarom zijn wij voornemens dit onderzoek te sluiten.'
Nu heeft de Europese Unie in een zogenaamd ‘Official Journal’ ook officieel bevestigd dat zij de Bloomberg-index blijft gebruiken als benchmark. ‘Het aandeel van de Chinese fabrikanten in de bestaande benchmark is toegenomen naar een niveau dat het aandeel van de Chinese fabrikanten op de wereldwijde solar markt vertegenwoordig.’
De EU concludeert verder dat zowel de prijzen van niet-Chinese als Chinese zonnepanelen volgens een zelfde trend zijn gedaald en de huidige methodiek niet gewijzigd hoeft te worden.