
In de RES 1.0 werd in 2021 vastgelegd dat de regio in 2030 1,62 terawattuur duurzame elektriciteit wil opwekken. De inmiddels gebouwde en geplande wind- en zonneparken leveren 1,32 terawattuur op. Er is dus nog ongeveer 0,30 terawattuur nodig.
Zonne-energie op daken
De RES 2.0 beschrijft hoe de regio dat wil bereiken. Het uitgangspunt is ‘local for local’: vraag en aanbod van energie bij elkaar brengen. De regio zet daarbij in op nieuwe zoekgebieden voor windenergie.
Ook wil de regio zonne-energie op daken beter in beeld brengen en inzetten bij local for local-oplossingen. Daarnaast moet elektriciteit worden opgewekt bij bedrijven die veel energie nodig hebben. De RES 1.0 richtte zich namelijk vooral op het opwekken van duurzame elektriciteit met zon en wind. Met de RES 2.0 zet de energieregio een volgende stap en richt zich op het energiesysteem van de toekomst. Hierin worden duurzame opwek, warmtevoorziening en de infrastructuur in samenhang met elkaar bekeken. Energieaanbod wordt dichter bij de vraag ontwikkeld, zowel in plaats als in tijd. De RES 2.0 is een voorloper op het Regionaal Programma Energiesysteem (RPE) dat de regio in 2026 wil opstellen.
Toekomst zon op dak
De regio houdt vast aan de doelstelling van 1,62 terawattuur duurzame elektriciteit. Maar de kans is groot dat dit doel pas na 2030 wordt bereikt. De realisatie van projecten met zonnepanelen op daken blijft bijvoorbeeld achter bij de ambitie uit de RES 1.0. Netcongestie en terugleverkosten zijn knelpunten die voortduren tot na 2030. Dat betekent echter niet dat er geen toekomst is voor zon-op-dakprojecten.
Steeds meer organisaties lopen tegen de grenzen van hun elektriciteitscontract aan. Op het moment dat organisaties meer elektriciteit willen gebruiken dan hun contract toestaat, komt er pas na 2030 hulp vanuit de netbeheerders. Ze zijn voor een groeiend elektriciteitsgebruik de komende jaren op zichzelf en hun nabije omgeving aangewezen. Projecten met zonnepanelen op daken kunnen een oplossing bieden voor gebruik ‘achter de meter’. Dit betekent dat de opgewekte energie direct wordt gebruikt door het gebouw zelf, zonder dat deze het elektriciteitsnet opgaat. Dit kan bijvoorbeeld in combinatie met energieopslag of in samenwerking met andere organisaties in de omgeving. Op bedrijventerreinen is het volgens de energieregio interessant om zon-op-dakprojecten of andere duurzame elektriciteitsopwek te organiseren als onderdeel van gezamenlijke energiehubs.
Monitoring verbeteren
Op dit moment verloopt de monitoring van zonnepanelen op daken via de nationale klimaatmonitor. Die monitor loopt echter 2 jaar achter op de actualiteit. Ook is het de vraag of de cijfers volledig zijn. De energieregio zoekt daarom naar manieren om de monitoring te verbeteren, onder andere door samenwerking met de netbeheerder en de regionale omgevingsdiensten.
Gedeputeerde Staten leggen de ontwerp RES 2.0 nog voor aan Provinciale Staten voor hun reactie. Bovendien wordt op alle binnengekomen visies nog een reactie gegeven via een Nota van Beantwoording. Daarin staat ook of de RES 2.0 wordt aangepast. Daarna stellen gemeenten, waterschappen en Gedeputeerde Staten de RES 2.0 definitief vast.
De Solar & Storage Magazine Marktgids 2026 is verschenen. De jaarlijks terugkerende marktgids biedt een totaaloverzicht van de energieopslag- en zonne-energiemarkt en is een bijlage van de december 2025-editie van Solar & Storage Magazine. De marktgids kent dit jaar 14 rubrieken en bovendien zijn in samenwerking met een groot aantal bedrijven en organisaties de belangrijkste ontwikkelingen qua projecten, markt en technieken in kaart gebracht.