
Demissionair minister Hermans van Klimaat en Groene Groei ontving deze week het rapport ‘Kantelpunt voor klimaat en industrie’ van de overlegtafel CO2-heffing. Het rapport bevat concrete maatregelen om de Nederlandse industrie te verduurzamen en tegelijk concurrerend te houden. Het rapport bevat meerdere voorgestelde maatregelen die volgens de schrijvers essentieel zijn voor de uitrol van hernieuwbare energie.
Garantiefonds voor afnemers
Een van de maatregelen is de opzet van een garantiefonds voor corporate power purchase agreements (cppa’s), oftewel stroomafnameovereenkomsten. InvestNL ontwikkelt dit fonds momenteel samen met het ministerie van Klimaat en Groene Groei. Het fonds richt zich op middelgrote en kleine bedrijven en industriële partijen die onvoldoende kredietwaardigheid hebben om rechtstreeks langjarige contracten af te sluiten met producenten van hernieuwbare energie.
Met een bufferkapitaal van 60 tot 70 miljoen euro kan het fonds volgens InvestNL circa 56 terawattuur aan duurzame elektriciteit garanderen, goed voor ongeveer 4 miljard euro aan projectinvesteringen. Het ministerie heeft al 1 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de ontwikkelingsfase. De exploitatiefase moet eind 2026 of begin 2027 van start gaan. De garanties dekken het risico op wanbetaling door afnemers. Daardoor verbeteren projecten hun financierbaarheid en kunnen deze tegen lagere financieringskosten worden gerealiseerd. De focus ligt op wind op zee, wind en zon op land en zonnepanelen op daken. Het fonds kan jaarlijks ongeveer 3,6 terawattuur aan nieuwe projecten ondersteunen, wat vanaf 2027 tot een CO2-reductie van 0,73 megaton per jaar leidt.
Strengere handhaving energiebesparing
Een tweede maatregel uit het basispakket betreft betere handhaving van de bestaande energiebesparingsplicht voor bedrijven. Deze plicht verplicht zo’n 100.000 locaties in Nederland om alle energiebesparende maatregelen door te voeren die zich binnen 5 jaar terugverdienen. Dat geldt ook voor zonnepanelen als die zich op de specifieke locatie binnen 5 jaar terugverdienen.
Het rapport stelt dat handhaving tot nu toe te slap is geweest. Strengere controle moet ervoor zorgen dat meer bedrijven daadwerkelijk investeren in energiebesparing en hernieuwbare opwek. Dit draagt bij aan de klimaatdoelen en verlaagt tegelijk de energierekening voor ondernemers.
Voortzetting SDE++
Een derde essentiële maatregel betreft de voortzetting van de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie (SDE++). Op dit moment zijn er middelen beschikbaar voor openstellingsrondes tot en met 2026, maar nog niet voor de jaren daarna. Het rapport van de overlegtafel benadrukt dat continuering van de regeling cruciaal is voor het behalen van de klimaat- en energiedoelstellingen.
Voor de jaren 2027 tot en met 2030 zouden 4 openstellingen nodig zijn met een budget van 8 miljard euro per ronde. Nieuwe Europese regelgeving schrijft voor dat steun voor nieuwe projecten voor hernieuwbare elektriciteit vanaf medio 2027 moet worden gegeven via tweezijdige contracts for difference (cfd’s). Bij deze contracten tussen overheid en projectontwikkelaar draagt de overheid financieel bij wanneer elektriciteitsprijzen laag zijn. Wanneer de prijzen hoog zijn, draagt de eigenaar van de productie-installatie een deel van de inkomsten af aan de overheid.
Flex-e XL
Een vierde maatregel betreft de subsidieregeling Flex-e XL voor industriële vraagrespons. Deze subsidieregeling moet bedrijven stimuleren om hun elektriciteitsverbruik flexibel te maken. Bedrijven ontvangen een investeringssubsidie voor het bieden van flexibiliteit, bijvoorbeeld via batterijen en warmteopslag, op voorwaarde dat ze een flexibel contract met de netbeheerder afsluiten met een korting op het nettarief.
Cruciaal is volgens de overlegtafel dat de regeling flexibel, onderhandelbaar en plaatsgebonden wordt ingericht, afgestemd op zowel netbeheerder als industrie. Het rapport stelt dat de Nederlandse industrie hierdoor sterker, schoner en minder afhankelijk wordt van fossiele importen. Voor deze maatregel is jaarlijks 125 miljoen euro beschikbaar.
2 jaar praten, 2 jaar bouwen
Een laatste maatregel die in het oog springt is het drastisch versnellen van vergunningverlening. Het rapport pleit voor een ‘2+2-formule’: procedures duren maximaal 2 jaar en 2 procent van de ruimte wordt beschikbaar gesteld voor de energietransitie. Nu duurt het vergunningsproces gemiddeld 8 jaar, waardoor veel oplossingen voor 2030 niet meer haalbaar zijn.
Het uitgangspunt moet volgens het rapport worden: 2 jaar praten, 2 jaar bouwen. Dit vergt bestuurlijke moed en bereidheid om risico’s te nemen. Concrete maatregelen richten zich op het stroomlijnen en versnellen van vergunningsprocedures, beroepsprocessen en interne besluitvorming bij overheid, juridische instanties en bedrijfsleven.
Strategisch aankopen
Het rapport stelt voor om beroepsprocedures te versnellen door stapeling van beroep en bezwaar op dezelfde gronden onmogelijk te maken. Ook moet de capaciteit bij de Raad van State en lagere overheden worden versterkt, eventueel met een speciale energietransitiekamer bij de Raad van State. Europese termijnen, zoals maximaal 12 maanden voor CO2-infrastructuurprojecten, moeten proactief worden geïmplementeerd.
Daarnaast moet grond strategisch worden aangekocht en moet onteigening als instrument worden ingezet waar nodig. Standaardisatie van ecologische protocollen en een duidelijk beleidskader voor nieuwe technologieën kunnen de doorlooptijd verder verkorten. Voor de fysieke ruimte stelt het rapport voor om 2 procent van het grondgebied te reserveren voor de energietransitie. Deze regel stond ook in het vorige Duitse regeerakkoord. Gemeenten of provincies krijgen de opdracht om een gegeven percentage van hun grondgebied te bestemmen voor energieprojecten. Duitsland hanteert dit systeem al voor windenergie, waarbij deelstaten een paar procent van hun grond daarvoor beschikbaar moeten stellen.
NVDE pleit voor snelle actie
De Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) is als een van de deelnemers aan de overlegtafel blij met het eindrapport. ‘We roepen de aanstaande regering op om dit snel te vertalen in actie. Bedrijven snakken naar betrouwbare energie, én naar duidelijkheid over hun pad naar verduurzaming. Maak groene bedrijven groot en grote bedrijven groen’, aldus voorzitter Olof van der Gaag.
De Solar & Storage Magazine Marktgids 2026 is verschenen. De jaarlijks terugkerende marktgids biedt een totaaloverzicht van de energieopslag- en zonne-energiemarkt en is een bijlage van de december 2025-editie van Solar & Storage Magazine. De marktgids kent dit jaar 14 rubrieken en bovendien zijn in samenwerking met een groot aantal bedrijven en organisaties de belangrijkste ontwikkelingen qua projecten, markt en technieken in kaart gebracht.