Kritiek planbureau op ontbreken pad naar volledig CO2-vrije elektriciteit

Onderzoekers van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) wijzen erop dat cruciale opslag- en buffertechnologie ontbreekt.

Groeiende kloof
Hoewel de elektriciteitssector op koers ligt om grotendeels te vergroenen, zal er in 2035 naar verwachting niet genoeg elektriciteit uit hernieuwbare bronnen worden geproduceerd om aan de totale stroomvraag te kunnen voldoen. De KEV 2025 toont aan dat hernieuwbare bronnen in 2030 slechts 60 procent van de elektriciteit zullen leveren, tegenover een eerdere verwachting van 70 procent in de KEV 2024.

Een belangrijke factor in deze tegenvallende prognose is de vertraging bij de opwek van windenergie op zee.

Balanceringsprobleem
Voor een CO2-vrije elektriciteitssector zal naast wind- en zonne-energie volgens het PBL bovendien een combinatie van CO2-vrij regelbaar vermogen, opslag en flexibele vraag nodig zijn. Dit is essentieel om de variabele wind- en zonnestroom aan te vullen en vraag en aanbod met elkaar in balans te brengen.

Met het nieuwe beleid voor CO2-vrije gascentrales stuurt het demissionaire kabinet op de ontwikkeling van CO2-vrij regelbaar vermogen. De impact van dit beleid blijft voorlopig echter beperkt, constateren de onderzoekers. Ook kerncentrales kunnen de rol van CO2-vrij regelbaar vermogen invullen, maar nieuwe centrales zullen volgens het PBL pas op zijn vroegst richting 2040 in werking kunnen treden.

Harde conclusie
‘De huidige ontwikkelingen rond hernieuwbare elektriciteit, CO2-vrij regelbaar vermogen, opslag en flexibele vraag zijn onvoldoende om een CO2-vrije elektriciteitssector te realiseren’, luidt de harde conclusie van de onderzoekers. Hierdoor is het te verwachten dat er ook na 2035 nog stroom uit aardgas geproduceerd wordt, al zal het aandeel daarvan naar verwachting wel gestaag afnemen.’