Zonnepanelen mogen van rechter op bungalow vakantiepark blijven liggen

De zaak draaide om een conflict tussen de vakantieparkexploitant en een eigenaar van 3 vakantiewoningen op het Zeeuwse park. De exploitant vreesde dat de zonnepanelen op 2 van de bungalows het verouderde elektriciteitsnetwerk van het park zouden beschadigen en eiste verwijdering hiervan. Ook werd gevraagd om zekeringen van maximaal 10 ampère te gebruiken om overbelasting te voorkomen.

Zekeringen springen
De exploitant stelde dat het elektriciteitsnetwerk van het park, dat uit de beginjaren ’90 dateert, niet is berekend op het terugleveren van stroom. In de rechtszaak werd aangevoerd dat ‘de zekeringen regelmatig springen’ en dat ‘het gevaar van doorbranden door oververhitting is toegenomen’.

De bungaloweigenaar had volgens de exploitant zonder toestemming zonnepanelen geïnstalleerd.

Deskundigen
De rechter oordeelt echter dat de exploitant onvoldoende heeft aangetoond dat de zonnepanelen daadwerkelijk gevaar opleveren, vooral omdat het park inmiddels nieuwe en zwaardere stroomkabels heeft aangelegd. De veiligheid van het netwerk is daarmee verbeterd. De eigenaar mag van de rechter zijn zonnepanelen behouden en hoeft ook de zekeringen niet aan te passen.

Het ontbreekt de rechter naar eigen zeggen aan concrete en gemotiveerde verklaringen van een deskundig elektricien om te kunnen oordelen dat de bungaloweigenaar gevaar voor of schade aan het stroomnetwerk zal veroorzaken. De parkexploitant had wel verklaringen van deskundigen ingebracht, maar deze waren volgens de rechter te algemeen en niet specifiek toegespitst op de situatie van de bungalows in kwestie.

Parkbijdrage
Tegelijkertijd werd ook gestreden over de hoogte van de parkbijdrage die bungaloweigenaren jaarlijks moeten betalen. De exploitant verhoogde deze bijdrage substantieel van 770 euro naar uiteindelijk 1.287 euro, maar kon volgens de rechter niet aantonen dat deze verhogingen gerechtvaardigd waren.

De exploitant had een rapport van een extern bureau laten opstellen om de kostenstijgingen te onderbouwen, maar de rechter oordeelde dat dit rapport ‘geen inzichtelijke motivering’ bevatte en dat erin ‘meer kosten betrokken zijn dan uitsluitend die met betrekking tot de overeengekomen diensten’. Het rapport gaf volgens de rechter onvoldoende inzicht in waarom bepaalde kosten aan de bungaloweigenaren mochten worden doorberekend.

Consumentenprijsindexcijfer
Het gerechtshof heeft de exploitant nadrukkelijk meegegeven dat voor toekomstige parkbijdragen een inzichtelijke begroting moet worden opgesteld die controleerbaar is voor de bungaloweigenaren. Deze moet uitsluitend gebaseerd zijn op redelijke kosten voor overeengekomen diensten zoals onderhoud van wegen, groenvoorzieningen, verlichting en het afvoeren van afval.

‘De hoogte van de voor een post in aanmerking te nemen kosten moet redelijk (dus niet buitensporig) zijn en de toerekening van een deel van de kosten aan de kavels van de bungaloweigenaren moet redelijk zijn’, zo stelde het hof. De rechter benadrukte dat een verhoging op basis van het Consumentenprijsindexcijfer (CPI) wel als redelijk moet worden beschouwd door bungaloweigenaren.

Toekomstige schade
Het geschil speelt zich af tegen een achtergrond waarin steeds meer recreatiewoningen worden verduurzaamd. Steeds meer bungaloweigenaren plaatsen zonnepanelen om energiekosten te besparen.

Deze uitspraak biedt hen meer rechtszekerheid, al waarschuwt de rechter wel dat eventuele toekomstige schade aan het elektriciteitsnetwerk voor rekening van de eigenaar kan komen ‘indien aan de wettelijke eisen voor aansprakelijkheid is voldaan’.