Afgelopen oktober maakte Gasunie-dochter Hynetwork bekend dat het waterstofnetwerk later klaar is dan gepland.
2033
Het waterstofnetwerk zal nu niet in 2030, zoals oorspronkelijk de bedoeling was, maar uiterlijk in 2033 klaar zijn. Het eerste deel van het waterstofnetwerk is uiterlijk in 2026 in Rotterdam klaar voor gebruik. In de jaren erna komt de infrastructuur binnen de industriële clusters langs de Nederlandse kust beschikbaar, dit gebeurt voor of in 2030. Dit betekent dat het waterstofnetwerk niet in 2030 klaar is, maar uiterlijk in 2033.
Hynetwork consulteert momenteel het nieuwe voorstel tot aanpassing van het uitrolplan. ‘We nemen de inbreng vanuit de markt mee bij het finaliseren van ons voorstel voor het uitrolplan en we gaan met partijen in de clusters in gesprek over de gedetailleerde planning’, duidt Helmie Botter, verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de waterstofactiviteiten bij Gasunie. ‘Deze afstemming en samenwerking moet ertoe leiden dat zoveel mogelijk risico's worden ondervangen, zodat er maximaal snelheid gemaakt kan worden in de uitvoering. Daarnaast zullen we onze samenwerking sterker inzetten op het op gang brengen van de waterstofmarkt. Hierbij zullen we ook de overheid betrekken.'
Eerder slechter dan beter
‘Het nieuwe uitrolplan en de bijbehorende tijdlijn die Gasunie bekend heeft gemaakt, geven het benodigde inzicht in de realisatie van de infrastructuur’, reageert Koos van Haasteren, executive director bij industriepark Chemelot. ‘Bedrijven op Chemelot vragen zich wel af hoe ze de periode tot 2032 door moeten komen. Dat duurt nog 7 jaar. De waardeketens staan onder druk en moeten er tegen die tijd wel nog zijn. Er moeten echt meer dingen gebeuren om vertrouwen te krijgen in een goede afloop. Elektriciteit is in België en Duitsland 50 procent goedkoper dan in Nederland. Bovendien hebben wij een nationale CO2-heffing. Dat zijn 2 belangrijke factoren die het investeringsklimaat in Nederland ondermijnen. Daarnaast worstelen we met netcongestie, aansluitkosten en vergunningen. We hebben wereldwijd een gelijk speelveld nodig. Maar de situatie wordt eigenlijk eerder slechter dan beter.’
Ook Barbara Huneman, regisseur van ‘Cluster 6’-bedrijven, is kritisch. ‘De nieuwe planning van Gasunie geeft meer inzicht in de ontwikkeling van de waterstofinfrastructuur, maar voor de zogenoemde Cluster 6-bedrijven is de onzekerheid desondanks groot. Het gaat bij Cluster 6 om industriële (maak)bedrijven zoals steen-, papier- en glasfabrieken die niet in 1 van de 5 grote clusters zijn gevestigd. Omdat het waterstofnetwerk eerst in de 5 grote clusters wordt aangelegd, en vervolgens de verbindingen tussen die clusters worden aangebracht, komen de cluster 6-bedrijven pas daarná aan de beurt. Met het nieuwe uitrolplan van Gasunie is de kip-ei-discussie helaas nog niet beslecht. Gasunie gaat niet over de waterstof zelf. Die is nog heel duur. En omdat Cluster 6-bedrijven in de periferie zitten, en er dus meer infrastructuur voor moet worden aangelegd, zal het naar mijn verwachting altijd een dure optie blijven.’