Met deze hoeveelheid duurzame stroom hadden alle 500.000 elektrische auto’s in Nederland een half jaar kunnen rijden. Dit blijkt uit de maandcijfers van Energieopwek.nl.
532 uur
Producenten zetten hun windmolens en grootschalige installaties met zonnepanelen uit op momenten dat er meer stroom wordt opgewekt dan er in Nederland nodig is en geëxporteerd kan worden.
Op zulke momenten valt er niets te verdienen of moet er betaald worden om stroom te leveren. Op dit moment telt het kalenderjaar 2024 al 532 uur dat de prijs te laag was. Over heel 2023 was dat 445 uur.
Virtuele elektrolyser
Met voldoende energieopslagcapaciteit bijvoorbeeld in de vorm van batterijen of mogelijkheden om de stroom om te zetten in groene waterstof, zouden de windmolens en zonnepanelen een grotere bijdrage kunnen leveren aan de verduurzaming. EnTranCe vertaalt dit in een virtuele elektrolyser.
De virtuele elektrolyser van EnTranCe kon in augustus 180 uur, bijna een kwart van de maand, groene waterstof maken. Voor de eerste 8 maanden staat de teller nu op 1.111 uur waterstofproductie. Al bijna net zoveel als heel vorig jaar.
Jaar |
Aantal uren |
Percentage benutting |
2020 |
526 uur |
6 procent |
2021 |
611 uur |
7,0 procent |
2022 |
818 uur |
9,3 procent |
2023 |
1.137 |
13,0 procent |
2024* |
1.111 uur |
18,0 procent |
* tot en met de maand augustus
De cijfers illustreren volgens Energieopwek.nl het groeiend belang van uitbreiding van opslagmogelijkheden van hernieuwbare energie. Als de huidige groei zo doorzet, zou een elektrolyser van 1 gigawatt dit jaar hier zo’n 4 petajoule waterstof mee kunnen maken. Met die hoeveelheid kunnen 2 donkere, windstille, winterse dagen overbrugd worden zonder kolen- en gascentrales in te zetten.
57 procent
Ondanks het afschakelen van windmolens en zonnepanelen groeide in augustus het aandeel duurzaam opgewekte stroom naar 57 procent. Een jaar eerder was dit nog 49 procent. Als alle capaciteit benut zou zijn, zou het aandeel duurzame stroom afgelopen maand op 65 procent zijn uitgekomen.
In augustus kwam de productie van hernieuwbare energie 12 procent hoger uit. Zonnepanelen leverden ruim 42 procent van de productie. De bijdrage van wind groeide in vergelijking met vorig jaar. Het belang van biomassa kromp iets. Beide bronnen waren in augustus elk goed voor ongeveer 27 procent.
Elektriciteit |
Juli 2024 |
Conventioneel |
42,9 procent |
Zon-pv |
33,4 procent |
Wind op land |
10,6 procent |
Wind op zee |
9,6 procent |
Biomassa |
3,4 procent |
Waterkracht |
0,1 procent |
Elektrificatie
Het finale energiegebruik in Nederland bestaat uit 3 onderdelen; voor 55 procent uit warmte voor gebouwen en industrie, voor 25 procent uit transport in de vorm van weg- en vliegverkeer en tot slot voor 20 procent uit het stroomverbruik. Door elektrificatie van de industrie, vervoer, koken en verwarmen zal het aandeel elektriciteit groeien.
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) berekent dat dit in 2030 uitkomt op ongeveer 24 procent van het finale gebruik. Daarvan is dan 75 procent hernieuwbaar. In die berekening zit nog niet de aangekondigde extra 10 gigawatt aan windmolens op zee.
De september 2024-editie van Solar Magazine is verschenen. Het tijdschrift bevat artikelen over de toekomst van de Nederlandse pv-markt, negatieve stroomprijzen, de strijd tegen dwangarbeid en Solar Solutions Kortijk.