Onderwijsinstellingen Zeeland nemen waterstoflab in gebruik

Ook professionals kunnen zich in het lab laten bijscholen. Het laboratorium is te vinden in het gebouw van de HZ in Vlissingen.

Zeeuwse industrie
Door de aanwezigheid van een grote industriële sector heeft Zeeland een grote klimaatopgave. Veel van de industriële bedrijven in het North Sea Port-gebied zoals DOW, Yara en Zeeland Refinery gebruiken al jaren waterstof uit aardgas. Veel van deze grijze waterstof moet de komende jaren worden omgezet naar groene waterstof om te voldoen aan de doelstelling om in 2050 minder CO2 te produceren.

Voor deze waterstoftransitie zijn forse investeringen nodig, maar ook veel deskundige professionals, op alle niveaus. Voor het laatste hebben de HZ en Scalda de handen ineengeslagen en het waterstoflab opgezet. De praktijkruimte is mede tot stand gekomen door een financiële bijdrage van de Stichting Zeeuwse Publieke Belangen en GroenvermogenNL.

Nieuwe lesmodules
HZ en Scalda gaan in het kader van het Europese Just Transition Fund-project HCA Groene Waterstof de professionals van de toekomst opleiden. 8 (technische) mbo- en acht hbo-opleidingen krijgen nieuwe lesmodules over groene waterstof. Ook komen er cursussen voor professionals.

‘Als we nu beginnen met het opleiden van professionals zijn we op tijd als de eerste groene waterstoffabrieken openen in Zeeland’, aldus projectleider Gerben Huiszoon.

Waterstoftransitie
De studenten krijgen straks les in de praktijkruimte voor waterstof. Hier staan onder meer een fuel cell demoset die laat zien hoe je waterstof via een brandstofcel kunt omzetten in elektriciteit, sets voor waterstofpracticums, een duurzame simulatiewoning op schaal, brandstofcellen en meerdere typen elektrolysers.

Wethouder Geoffrey Sips van de gemeente Vlissingen ziet het waterstoflab als een mooie toevoeging aan de Kenniswerf, het gebied in Vlissingen waar onder meer de HZ, Scalda, Dockwize en het Delta Climate Center zijn gevestigd. ‘Het is prachtig om te zien dat dit lab er nu is. We lopen hiermee voorop in Nederland. Daarmee trekken we nog meer studenten naar onze stad en de provincie. Zij zien dat je hier moet zijn als je iets doet in de waterstoftransitie.’