Tweede innovatieslag moet nieuwe impuls geven aan onzichtbaar zonnewarmtesysteem Q-Roof

Het bedrijf is uitvinder van de onzichtbare zonnecollector. ‘Daarmee boren we onder andere een volledig nieuwe markt aan: die van de tienduizenden Nederlandse monumenten’, stelde de toenmalig directeur in 2018. 5 jaar later is er heel wat veranderd, te beginnen met een nieuwe eigenaar: Jesse van der Woude.

Marktgang
Q-Roof mag met recht een innovatief product worden genoemd. Het is een zonnewarmtesysteem voor de daken van huizen en andere gebouwen, maar onzichtbaar voor het oog. Dat maakt het onder andere aantrekkelijk voor de verduurzaming van monumenten. De collectoren worden onder de dakpannen of leien geplaatst in de vorm van aluminium ‘vingers’. Zo kan warmte aan de dakbedekking worden onttrokken. Die wordt overgebracht naar een vloeistof in een buis die gekoppeld is aan een warmtesysteem.

In 2018 was Q-Roof de pilotfase voorbij. In de Wijk van Morgen in Heerlen was aangetoond dat het systeem geschikt was voor het (voor)verwarmen van tapwater en het verwarmen van gebouwen. Verschillende testen lieten zien dat een gemiddeld Nederlands huishouden met een Q-Roof-systeem van 6 vierkante meter, afhankelijk van de oriëntatie, jaarlijks de helft van de energiekosten voor warmwatervoorziening kan besparen, zo claimde Q-Roof destijds. Het was tijd voor een commerciële marktgang. Is die geslaagd?

Gevelpanelen
In 2021 werd Q-Roof overgenomen door Jesse van der Woude, nu algemeen directeur. Het bedrijf focust zich inmiddels op het realiseren van slimme zonne-energiesystemen in Zuid-Nederland, zowel voor particulieren als mkb-bedrijven. Het productaanbod is dan ook breed –  omvat onder andere infraroodverwarming, laadpalen, batterijen en nieuwe groepenkasten. Daarnaast richt het bedrijf zich nog steeds op building integrated pv (bipv), onder andere als specialist in gevelpanelen. Hierdoor is het een van de grotere installateurs in de regio geworden.

Lees het volledige artikel hieronder in de maart 2024-editie van Solar Magazine.