In vergelijking met februari 2023 werd daarmee 23 procent meer hernieuwbare energie geproduceerd. Bij wind op zee verdubbelde de productie ten opzichte van vorig jaar. Op land produceerden de windturbines zelfs bijna dubbel zoveel. De reden was dat het opgestelde vermogen toenam en vooral omdat het veel waaide. Dit alles blijkt uit de maandcijfers van Energieopwek.nl.
Weinig zon
Februari was qua zon een sombere maand met flink minder zonuren dan gemiddeld. Het KNMI telde slechts 38 zonuren waar dit normaal 90 zonuren in februari zijn. Hoewel er veel meer zonnepanelen liggen en de maand ook nog een dag extra telde, produceerden zonnepanelen hierdoor 18 procent minder zonne-energie in vergelijking met februari vorig jaar.
Toch kende februari een aantal lichtpuntjes. Zo werd volgens Energieopwek.nl op dinsdag 27 februari bijna net zoveel zonnestroom geproduceerd als op de zonnigste dag in de lente en zomer van 2020.
52 procent
Omdat februari niet zo koud was, draaiden warmtepompen op een laag pitje en hoefden ze minder warmte uit de lucht en de grond te halen. Al met al kwam het aandeel duurzame stroom afgelopen maand uit op 52 procent tegen 37 procent in februari 2023.
Elektriciteit |
Februari 2024 |
Conventioneel |
48,3 procent |
Wind op land |
21,2 procent |
Wind op zee |
16,0 procent |
Biomassa |
7,5 procent |
Zon-pv |
7,0 procent |
Waterkracht |
0,1 procent |
Elektrificatie
Het finale energiegebruik in Nederland bestaat uit 3 onderdelen; voor 55 procent uit warmte voor gebouwen en industrie, voor 25 procent uit transport in de vorm van weg- en vliegverkeer en tot slot voor 20 procent uit het stroomverbruik. Door elektrificatie van de industrie, vervoer, koken en verwarmen zal het aandeel elektriciteit groeien.
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) berekent dat dit in 2030 ongeveer uitkomt op 24 procent van het finale gebruik. Daarvan is dan 75 procent hernieuwbaar. In die berekening zit nog niet de aangekondigde extra 10 gigawatt aan windmolens op zee.