Maartens, projectleider bij Urgenda, werkt aan het icoonproject Duurzame Wadden en houdt zich al meer dan 10 jaar bezig met het verduurzamen van de Waddeneilanden. In 2016 kreeg hij een bericht van de gemeente Vlieland. Vattenfall, toen nog NUON, had een warmtenet aangelegd in de woonwijk Duinwijck die in 1999 was gebouwd. Het wilde zich echter gaan concentreren op zijn grotere waternetten.
Zonnigste plek
‘De energieleverancier wilde het warmtenet als bruidsschat overdragen aan een nieuwe gebruiker’, aldus Maartens. ‘De boodschap was: doe er iets moois mee. Dat was een prachtige kans om de warmtevoorziening te verduurzamen. Vlieland is samen met Texel de zonnigste plek van Nederland. Het lag voor de hand dat warmtenet te gaan voeden met zonnewarmte in plaats van gas. Van 2016 tot 2018 deden we onderzoek en werkten we aan draagvlak met geld van het VNG Innovatieve Aanpakken-programma Wadden. In 2018 startte het programma Aardgasvrije Wijken van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. We vroegen funding aan en werden 1 van de 64 Nederlandse proeftuinen.’
Ondergronds
Het energiesysteem dat de 39 woningen in Duinwijck van warmte voorziet, kent diverse componenten. Er is een constructie met een oppervlak van 637 vierkante meter om een bestaand gebouw heen gebouwd. Daarop liggen zonnecollectoren – Aton heat pipes met een thermisch vermogen van 600 kilowattuur per vierkante meter per jaar. Het overschot aan warmte die ze produceren – het deel dat niet direct gebruikt wordt voor het verwarmen van de wijk – wordt opgeslagen in een ondergronds bassin met 1,8 miljoen liter water. Bij een tekort aan warmte wordt die onttrokken aan deze buffer. Als dat niet meer lukt, wordt die de bron van een warmtepomp. Werkt dat allemaal goed?
Groene erfgoed
Maartens: ‘Allereerst, het was een zeer moeizaam traject, zowel technisch, juridisch, financieel als wat betreft draagvlak. Het is onbekende technologie. Als je naar de website van het omgevingsloket gaat om een vergunning voor zo’n systeem aan te vragen, is er geen standaardvakje dat je kunt aankruisen. Er waren ook heel veel partijen bij betrokken zoals Staatsbosbeheer die ons groene erfgoed beheert, de gemeente die over de leidingen gaat en de bewoners met wie we een energiecoöperatie oprichtten en technische partners. Er ging kortom veel tijd, energie en geld zitten in de aanloop van het project.’
Dwangsom
Ook de aanleg van het systeem ging niet vanzelf, aldus Maartens. Vattenfall deed een check van de technische installatie en de aansluitingen op de woningen, en zorgde dat die in orde waren. Maar de aannemer die de rest van de installatie bouwde, wilde meer geld dan overeengekomen en stopte het werk. Die werd later door de rechter gecorrigeerd met een dwangsom van 5.000 euro per dag. Maar het leverde wel vertraging en frustratie op, aldus Maartens. De installatie werd eind 2022 aangesloten, na de warme en zonnige zomer van dat jaar dus. De waterbuffer was echter al tot zo’n 75 graden opgewarmd, en daar konden de bewoners van profiteren.
Technische issues
Maartens: ‘Het heeft hen zeker gescheeld op hun energierekening tijdens de energiecrisis van vorig jaar. Dat is positief. De aannemer had ons echter overtuigd de warmte niet alleen te gebruiken voor verwarming, maar ook voor warm tapwater. De opgeslagen energie wordt daardoor veel sneller verbruikt dan van tevoren werd gecalculeerd. De bewoners komen niet in de kou te zitten want er is back-up in de vorm van aardgas. Maar dat was nou juist niet de bedoeling. Daarnaast waren er diverse technische issues. Zo waren de koppelstukken op de collectoren voorgemonteerd. De leidingen liepen daardoor in vele bochten. Dat leidde tot meer weerstand in de waterstroom dan nodig, en dat betekent minder druk en dus een lagere efficiency. Er waren ook problemen met de pompen die de flow aan de gang houden en die zijn cruciaal. Als het water stil komt te staan op het dak raakt het aan de kook, ontstaat er meer druk dan de bedoeling is – kortom een ongewenste situatie.’
Grote vraagtekens
Hoe kijkt Maartens, die inmiddels projectleider af is, terug op de afgelopen jaren en beoordeelt hij de kansen voor een collectieve warmtevoorziening met behulp van zonnecollectoren, een warmtenet en seizoensopslag? Hij geeft allereerst aan dat het systeem inmiddels behoorlijk goed is ingeregeld, met name omdat er mensen in de wijk zijn opgestaan die daar tijd energie in steken. Tegelijkertijd stelt hij grote vraagtekens bij de keuzes die aan het begin van het traject zijn gemaakt.
Simpeler en goedkoper
‘De gekozen oplossing is nodeloos complex en te duur’, stelt Maartens. ‘Ik krijg signalen vanuit proeftuinen waar wordt gewerkt met gelijksoortige oplossingen over gelijksoortige issues als hier. De investering vooraf was 56.000 euro per woning en we moeten nog maar zien wat die aan besparingen en CO2-reductie op gaat leveren over de levensduur van de installatie. Ik vraag me dan ook sterk af of dit de toekomst is. Achteraf denk ik “had gewoon voor zonnepanelen op de daken gekozen in combinatie met een warmtepomp”. Dat was veel simpeler en goedkoper geweest. Bedenk wel dat ik daar zelf bij was; er verantwoordelijk voor ben. Maar dit is kennis achteraf. Deze keuze lag voor de hand omdat er al een warmtenet lag. Als we dat aan hadden moeten leggen, waren we sowieso niet deze weg ingeslagen. Maar het systeem heeft – als warm tapwater in de woningen wordt opgewekt en niet centraal – zeer wel het potentieel om helemaal gasvrij te worden als de technische kinderziekten zijn opgelost. Dat duurt echter nog wel even.’
De september 2024-editie van Solar Magazine is verschenen. Het tijdschrift bevat artikelen over de toekomst van de Nederlandse pv-markt, negatieve stroomprijzen, de strijd tegen dwangarbeid en Solar Solutions Kortijk.