logo
wvhj2023
© Brabant
© Brabant
2 september 2023

Provincies eren afspraken duurzame energie, maar realisatie in gevaar door nieuwe barrières

Welke consequenties hebben de provinciale coalitieakkoorden voor de Nederlandse energietransitie? Olof van der Gaag, voorzitter van de NVDE: ‘Het rampscenario van velen is niet uitgekomen, maar vertraging dreigt.’

Jullie analyseerden de nieuwe provinciale coalitieakkoorden wat betreft energietransitiebeleid. Waarom die primeur?
‘NVDE deed dat samen met Holland Solar en Energie-Nederland. Wij besloten begin dit jaar al, voordat er duidelijkheid was over de politieke aardverschuiving, meer aandacht te geven aan wat er in de provincies en energieregio’s gebeurt. We willen onze input ook op dat niveau geven en richtten daartoe het Regioteam Energietransitie op.’

Hoe belangrijk zijn provincies voor de energietransitie?
‘Hoe meer zon en wind in het landschap, hoe groter de ruimtelijke impact. Dat is een gegeven. En juist de provincies hebben een belangrijke stem in ruimtelijk beleid en vergunningverlening. Ze zijn tevens medeverantwoordelijk voor de Regionale Energiestrategieën (RES’en) en aandeelhouders van netbeheerders. Daarnaast spelen ze bijvoorbeeld een belangrijke rol in tenders voor laadinfrastructuur. En denk ook aan de uitvoering van stikstofbeleid, dat kan ook problemen opleveren voor duurzame-energieprojecten.’

Hoe karakteriseer jij de uitkomst van jullie analyse, ben je blij of verdrietig?
‘Noord-Brabant heeft haar coalitieakkoord gisteren gepresenteerd en dat moeten we nog besturen. De rest van de provincies onderschrijft – met uitzondering van Friesland – de doelen voor de opwek van duurzame energie die in de RES’en zijn vastgelegd. Daarmee komt de 35 terawattuur groene stroom van land in 2030 die we in het Klimaatakkoord vastlegden, ook omdat de vaart er al flink in zit, in principe niet in gevaar. Dat is het goede nieuws.’

De monsterzege van de BoerBurgerBeweging (BBB) ten spijt?
‘Er waren mensen die zich grote zorgen maakten over de mogelijke effecten voor de energietransitie. Ze zagen een rampscenario in het verschiet; een enorme verslechtering. De partij heeft zich echter netjes bestuurlijk opgesteld, en dat is een compliment waard.’

Maar woorden zijn gemakkelijk, ook in coalitieakkoorden. Het gaat om de daden.
‘Dat klopt. En die worden er in 6 provincies niet gemakkelijker op gemaakt doordat er nieuwe barrières worden opgeworpen in de vorm van bovenwettelijke eisen. Een voorbeeld is een maximumhoogte van windturbines, terwijl iedereen weet hoe hoger, hoe meer windenergie en hoe goedkoper die is. De provincie Friesland ziet bijvoorbeeld meer in kleine turbines bij boerenbedrijven. Maar daar zijn er 400 tot 500 van nodig om net zoveel stroom op te wekken als met een grote windmolen. Wat betekent dat dan voor het landschap, is dat wat je echt wilt?’

Die provincies willen ook geen zonneparken meer op agrarische grond of dat sterk beperken…
‘Ze geven aan, in lijn met de landelijke zonneladder, dat er nog heel veel mogelijk is op daken. Maar grote landgebonden installaties, zeker in combinatie met wind en met landbouwactiviteiten, zijn op dit moment onmisbaar om onze doelen op de gewenste termijn te realiseren. Met die 35 terawattuur zijn we er nog lang niet. De vraag naar groene stroom zal snel toenemen door de elektrificatie van vervoer, warmte en industriële bedrijven. De oorspronkelijke RES-plannen telden op tot 55 terawattuur. Daarvan is afgesproken dat we zoveel mogelijk proberen te realiseren en knelpunten op te lossen. Zo is de stop op de SDE++ voor zon en wind per 2025 geschrapt.’

En dat wordt lastig met deze coalitieakkoorden?
‘Het realiseren van rendabele, grote duurzame-energieprojecten is al lastig genoeg door steeds strengere eisen, bijvoorbeeld op het gebied van participatie en biodiversiteit. Wij zien de toegevoegde waarde, maar we moeten ook de realisatie versnellen. Nog meer bovenwettelijke eisen betekent dat nog meer projecten worden vertraagd of afgeblazen, of dat ontwikkelingen helemaal niet in gang worden gezet. Dat is niet de kant die we met zijn allen op willen, en de provincies maken het zichzelf hiermee ook niet gemakkelijk.’

Hoe komt de warmtetransitie eraf in de coalitieakkoorden?
‘20 procent van de Nederlandse energievraag betreft elektriciteit. Op dit moment wordt die al voor de helft ingevuld met duurzame stroom, in 2030 zal dit naar verwachting 80 procent zijn. De turbo staat er dus op. Maar wat betreft warmte, 50 procent van onze energievraag, gaat het op een slakkentempo. Dat zie je ook terug in een gebrek aan aandacht en concrete ambities aangaande duurzame warmte in de coalitieakkoorden.’

Wat zegt dit alles, wat moet er gebeuren?
‘Er moet vanuit de landelijke overheid veel sterker worden ingezet op de warmtetransitie, dat sijpelt door naar beneden. Een goede stap in dat verband is de geoormerkte categorie duurzame warmte in de volgende ronde van de SDE++. Daarnaast, de werkelijke opgave van de energietransitie en de consequenties daarvan is nog niet overal doorgedrongen in de provinciale besturen. Het zou in dat verband goed en verhelderend zijn als die hun plannen op dit vlak zouden laten doorrekenen. Aan de andere kant, we hebben het in de meeste gevallen over een weinig gedetailleerd hoofdstuk dat slechts enkele pagina’s van het coalitieakkoord beslaat. Dat moet worden uitgewerkt, conform de doelen voor de opwek van duurzame energie, en die bal ligt in de hoek van de verantwoordelijke gedeputeerden.’

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten