‘Wat zijn de effecten van provinciaal beleid en regelgeving op de effectuering van de Voorkeursvolgorde Zon in de praktijk en in het bijzonder op gemeentelijk niveau?’ Met die onderzoeksvraag werd Bosch & Van Rijn door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op pad gestuurd om het gesprek aan te gaan met provincies en gemeenten over hun zonne-energiebeleid.
Alle provincies
Uit de analyse van het ruimtelijke beleid blijkt dat alle 12 provincies een Voorkeursvolgorde Zon hebben opgenomen in de provinciale Omgevingsverordening en hun ruimtelijk beleid.
Voor zonnepanelen op daken en voor zonnepanelen op ongebruikte gronden in binnenstedelijke gebieden zijn geen nadere regels in verordeningen opgenomen. Provincies geven aan dat gemeenten hiervoor zelf verantwoordelijk zijn. Wel is in alle provinciale verordeningen een streven naar of verplichting voor multifunctioneel ruimtegebruik opgenomen voor vergunningverlening van zonnevelden buiten stedelijk gebied.
Niet expliciet uitgesloten
Monofunctioneel ruimtegebruik bij zon-pv is niet bij alle provincies expliciet uitgesloten. De wijze waarop multifunctioneel ruimtegebruik is vastgelegd, verschilt van een lijst met voorbeelden, definities die toezien op dubbel ruimtegebruik tot het combineren van zon-pv met andere provinciale gebiedsopgaven.
Provincies geven volgens de onderzoekers aan dat maatwerk bij het toepassen van multifunctioneel ruimtegebruik van groot belang is om keuzes te kunnen maken voor de toepassing die het beste past in de regio.
Motiveringsplicht
In alle provinciale verordeningen is daarbij een motiveringsplicht voor landschappelijke inpassing voor ruimtelijke plannen van gemeenten opgenomen. Hiermee borgen provincies landschappelijke kwaliteit bij de inrichting van zonnevelden. Per provincie is deze landschappelijke kwaliteit verschillend gedefinieerd, afhankelijk van de provinciale situatie. Unesco-gebieden vragen bijvoorbeeld een eigen landschappelijke aanpak. Alle provincies hebben of zijn bezig met het opstellen van handreikingen voor landschappelijke inpassing om gemeenten te ondersteunen.
Breed geïmplementeerd
Uit de Bosch & Van Rijn-analyse van het gemeentelijke zonne-energiebeleid onder 81 gemeenten blijkt dat veel gemeenten een Voorkeursvolgorde Zon breed hebben geïmplementeerd in hun ruimtelijke beleid of dit in voorbereiding hebben. Zo hebben van de 71 gemeenten met zonne-energiebeleid 53 gemeenten een zonneladder; oftewel twee derde van de ondervraagde gemeenten.
Multifunctioneel ruimtegebruik is bij gemeenten opgenomen in visie en beleidskaders of in bestemmingsplannen. In het algemeen zijn er volgens de onderzoekers 3 manieren te onderscheiden waarop multifunctioneel ruimtegebruik in het beleid is vastgelegd. Minimaal wordt in het beleid een voorkeur uitgesproken voor het toepassen van multifunctioneel ruimtegebruik. Ten tweede wordt multifunctioneel ruimtegebruik in het beleid gestimuleerd. En ten slotte wordt multifunctioneel ruimtegebruik verplicht gesteld bij het toepassen bij zon-pv op land. Deze 3 opties komen in ongeveer gelijke mate voor. Op deze wijze werkt multifunctioneel ruimtegebruik door bij vergunningverlening voor zonnevelden.
Tot slot zijn er gemeenten die nog bezig zijn het beleid vorm te geven. Zij toetsen vooralsnog vergunningaanvragen voor zonnevelden rechtstreeks aan de provinciale verordening. Op basis van de provinciale regels wordt dan beoordeeld of een vergunning – voor afwijken van het bestemmingsplan – kan worden verleend.
‘Laat gemeenten voorkeursvolgorde toepassen met omgevingsplan’Laat gemeenten met hun bevoegdheden via omgevingsplannen de voorkeursvolgorde voor zonnepanelen toepassen. Die aanbeveling doet Troelstra Consulting (trocon) in de verkenning ‘Instructieregels voorkeursvolgorde zonnepanelen en dubbelgebruik’. Minister Jetten heeft naast het onderzoeksrapport van Bosch & Van Rijn de verkenning van trocon – die uitgevoerd is in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties – naar de Tweede Kamer gestuurd. Omgevingswet In de verkenning gaat het consultancybureau in op de vraag of instructieregels in het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) soelaas kunnen bieden. Doelmatigheid Punt van aandacht is ‘doelmatigheid’ en ‘doeltreffendheid’ van eventuele instructieregels. De beleidsdocumenten – met name de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) – geven weliswaar de beleidsmatige wens duidelijk weer, maar gaan wat betreft de voorkeursvolgorde beperkt in op de inzet van het Omgevingswet-instrumentarium. Bovendien is de noodzaak van instructieregels gelet op inzet van decentrale overheden op multifunctioneel ruimtegebruik en de voorkeursvolgorde volgens de verkenning nog niet duidelijk. Bestaande situaties Al met al is volgens trocon de vraag of instructieregels een passende aanvulling zijn op de huidige ingezette maatregelen, niet eenvoudig te beantwoorden. Het consultancybureau adviseert daarom om met decentrale overheden de eventuele inzet van instructieregels te bespreken, mede in het licht van de toepassing van de voorkeursvolgorde en dubbelgebruik in de praktijk en de potentiële ruimte voor zonnepanelen. |
De september 2024-editie van Solar Magazine is verschenen. Het tijdschrift bevat artikelen over de toekomst van de Nederlandse pv-markt, negatieve stroomprijzen, de strijd tegen dwangarbeid en Solar Solutions Kortijk.