De Rechtbank Noord-Holland oordeelde onlangs dat 2 huurders van de IJmuidense woningcorporatie Velison Wonen onder andere moeten meewerken aan de installatie van zonnepanelen. Volgens Alain de Jonge was dat een uitspraak volgens het boekje. Huurders zijn verplicht mee te werken aan dringende onderhoudswerkzaamheden aan hun woningen. Zijn de renovatiewerkzaamheden gericht op het vergroten van het woongenot, dan ligt het anders. Artikel 7:220 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt onder meer dat deze mogen worden uitgevoerd bij 10 of meer woningen die een bouwkundige eenheid vormen als minimaal 70 procent van de huurders instemt met het renovatievoorstel van de verhuurder.
Aanzienlijk verbeteren
De Jonge: ‘Je moet als woningcorporatie dus allereerst helder aangeven wat de plannen zijn – het waarom, hoe je het gaat doen en wanneer. In deze zaak was daar onmiskenbaar aan voldaan. De woningcorporatie stuurde onder andere een brief en brochure naar de bewoners van de appartementen, organiseerde een informatiebijeenkomst en rondetafelgesprekken. De renovatie betrof allerhande verduurzamingsmaatregelen die de woningen aanzienlijk verbeteren. Daarnaast werden ook dringende werkzaamheden meegenomen, zoals het vervangen van hang- en sluitwerk. De renovatie leidde niet tot een huurverhoging, de verhuurder had daarvan afgezien. De meeste huurders gingen akkoord. De uitspraak van de rechter was niet verrassend.’
Succesformule
Ook wanneer er alleen zonnepanelen worden geïnstalleerd op sociale huurwoningen is dit voor de Nederlandse wet een renovatie die het woongenot vergroot. Hier geldt dus in principe ook de juridische succesformule: doe een goed, helder en redelijk voorstel. Bij 70 procent akkoord kun je van start, ook bij de huurders die geen zonnepanelen op hun dak willen. Wel kunnen zij binnen 8 weken hun bezwaren voor de rechter brengen. De Jonge acht de kans op honorering in veruit de meeste gevallen echter gering, hoewel er individuele omstandigheden mogelijk zijn die wel tot uitzondering kunnen leiden.
Rommel en gedoe
‘Denk onder andere aan de huurder voor wie de renovatie of de gevolgen daarvan op bezwaren stuiten vanwege hoge leeftijd of beperkingen’, vertelt De Jonge. ‘De rechter zal zijn oren echter niet naar mensen met onwettige argumenten laten hangen, bijvoorbeeld omdat zij niet in zonnepanelen of klimaatverandering geloven, er gewoon geen zin in hebben, dat de woningcorporatie niet welkom is of ze geen zin in rommel en gedoe hebben. Vergeet ook niet dat dit belangrijke projecten voor woningcorporaties zijn. Ze moeten hun woningen kunnen verduurzamen, er zijn grote investeringen mee gemoeid, er worden met veel partijen contracten gesloten, vaak al lang van tevoren vanwege planning en levertijden... De renovaties worden in de regel goed aangepakt, inclusief afdoende communicatie.’
Conversie
Waar in Vlaanderen de keuze voor zonnepanelen niet aan individuele huurders wordt gelaten – wil een woonmaatschappij zonnepanelen op een dak, dan komen die er ook – is de praktijk anders in Nederland. De weg van 70 procent van de huurders akkoord en daarna ook de rest meenemen, wordt vrijwel nooit gelopen bij alleen zonnepanelen. Woningcorporaties doen huurders doorgaans een aanbod. De conversie ligt gemiddeld ergens tussen de 40 en 95 procent, afhankelijk van het financiële aanbod van de corporatie – hoeveel moet je ervoor betalen? – en de verhouding van de huurder met de corporatie – is de corporatie geloofwaardig? Waarom is dat zo, en is dat een goede zaak?
Geen gekke route
De Jonge: ‘Het vloeit voort uit ons poldermodel, zoeken naar compromissen waarmee iedereen kan leven. De implicatie is echter wel dat je nu vele straten ziet waarbij sociale huurwoningen slechts deels zonnepanelen op het dak hebben. Ook sociale huurwoningen moeten uiteindelijk naar energieneutraliteit, we hebben nu eenmaal met elkaar duurzaamheidsdoelstellingen te realiseren. Dat is geen zaak van vrijwilligheid voor woningcorporaties, ze moeten voldoen aan de hierop gestoelde (prestatie)afspraken en wettelijke doelstellingen, voor nu én in de toekomst. Om projecten zo efficiënt mogelijk te houden, is het bovendien zinnig om deze in 1 keer uit te rollen, en niet later de gaten gaan dichten die door weigeraars zijn veroorzaakt. In die zin is verplichting van zonnepanelen geen gekke route, zeker gezien de enorme opgave en de snelheid die de sector hier moet maken. En dat kan dus al, tenminste als de wettelijke bepalingen zorgvuldig worden gehanteerd. Ik zou dus niet verbaasd zijn als we dat steeds vaker gaan zien.’
De september 2024-editie van Solar Magazine is verschenen. Het tijdschrift bevat artikelen over de toekomst van de Nederlandse pv-markt, negatieve stroomprijzen, de strijd tegen dwangarbeid en Solar Solutions Kortijk.