Bijna 100 Energieboswachters opgeleid voor bewaken biodiversiteit zonneparken

In eerdere trainingen zijn al bijna 100 Energieboswachters opgeleid. Samen met de 130 nieuwe Energieboswachters in opleiding waken zij binnenkort over de biodiversiteit in Nederlandse wind- en zonneparken.

Onmisbaar puzzelstukje
Wind- en zonneparken op land zijn volgens de Natuur en Milieufederaties een onmisbaar puzzelstukje, dat zowel risico’s als kansen meebrengt voor de natuur: ‘Zo kunnen zonneparken door verbeteringen in het bodembeheer een groot aantal planten en insecten huisvesten. Projecten kunnen zelfs worden ingericht als stapsteen tussen natuurgebieden. En nabij nieuwe windprojecten kan geïnvesteerd worden in landschapsversterking of nieuwe habitat voor vogels, door de aanleg van plasdras-gebieden. Om juist die kansen te grijpen, is een zorgvuldig ontwerpproces heel belangrijk, waarbij lokale gebiedskennis ten volle wordt benut.’

Juist op dat punt komen de Energieboswachters volgens de federaties goed van pas: zij gaan in gesprek met projectontwikkelaars, gemeenten en energiecoöperaties over hoe het wél kan.

Polarisatie
Bert Lemmens, eerder opgeleid tot Energieboswachter, is enthousiast over de training: ‘Je leert hoe je een analyse van de omgeving maakt en hoe je die kunt gebruiken om een zo hoog mogelijke biodiversiteit te realiseren.’

Energieboswachters zijn daardoor in staat om het verschil te maken binnen de energietransitie. Zowel qua snelheid als natuurinclusiviteit. Juist door te kiezen voor verbinding in plaats van polarisatie denken de Natuur en Milieufederaties samen grote stappen te kunnen maken. De training Energieboswachter is deze week gestart in Friesland, Gelderland, Groningen, Limburg, Noord-Holland, Utrecht, Zeeland en Zuid-Holland.