In de Regionale Energiestrategie (RES) Rotterdam Den Haag 1.0 is ingezet op het realiseren van de energieproductie van 89 gigawattuur zonne-energie via zonnepanelen op waterbassins. In het uitvoeringsprogramma – dat is opgesteld als onderdeel van de RES 1.0 – is als tussentijdse doelstelling geformuleerd dat in 2025 57 gigawattuur gerealiseerd moet zijn.
3 fases
Om dat te halen, is actieve ondersteuning nodig en daarom hebben Greenport West-Holland en Energie Samen Zuid-Holland in opdracht van de RES Rotterdam Den Haag de versnellingsaanpak Zon op Waterbassins ontwikkeld.
De versnellingsaanpak bestaat uit de volgende fases. In fase 1 – de pilotfase – is bij 4 tuinders in de regio de haalbaarheid van zonne-energie op waterbassins onderzocht. Fase 2 is de opschaling naar 10 investeringsbeslissingen voor projecten zon op waterbassins, wat nog dit jaar moet gebeuren. Fase 3 is de uitrol van zon op waterbassins waarbij in de periode 2024-2030 ongeveer 300 zon op waterbassin-projecten gerealiseerd moeten worden in de regio.
30 tot 50 procent hoger
In de haalbaarheidsstudie wordt geconcludeerd dat drijvende zonnepanelen op waterbassins tot 10 procent meer stroom opwekken dan zonnepanelen op daken: ‘Dit komt door het verkoelende effect van het water, waardoor de zonnepanelen efficiënter zijn. Door minder warmteweerstand is de levensduur van sommige componenten ook langer. Gemiddeld zijn de investeringskosten van drijvende zonnepanelen 30 tot 50 procent hoger door moeilijkere installatie en hogere eisen aan de componenten.’
Zonnepanelen zouden ook gunstige neveneffecten hebben voor het water en het waterbassin zelf: ‘Door het plaatsen van zonnepanelen zijn er minder temperatuurfluctuaties in het water, wordt algengroei gereduceerd en is er minder verdamping van het water. Daarnaast wordt het waterbassinfolie beschermd tegen blootstelling aan uv-straling en wind, waardoor de levensduur verlengd wordt.
Vergunningsvrijstelling
In het rapport staan de uitkomsten van het beleidsonderzoek per locatie. De vergunningsvrijstelling in het Besluit omgevingsrecht (Bor) is een belangrijk element voor de versnellingsaanpak. In praktijk is volgens de onderzoekers echter niet altijd duidelijk wat tuinders moeten doen en hoe ze erachter komen of ze in aanmerking komen voor een vergunningsvrijstelling.
Daarnaast is één van de voorwaarden voor de vergunningsvrijstelling dat het hoogste punt van de zonnepanelen maximaal 2 meter boven maaiveld uitsteekt. De meeste waterbassins hebben een variërend waterpeil waardoor het ingewikkeld kan zijn om te bepalen of een locatie aan deze voorwaarde voldoet.
Netaansluitingen
3 van de 4 pilotprojecten hebben een aansluiting die volstaat voor het beoogde verbruik en teruglevering. Voor een van de locaties is de capaciteit van de hoofdaansluiting wel een beperking. Voor die locatie kan maar de helft van het benodigde zonnepaneelvermogen voor de dekking van het eigen verbruik worden aangesloten, terwijl het dak en het waterbassin voldoende ruimte bieden om het gehele verbruik van het bedrijf te dekken.
In praktijk leidt dit er volgens de onderzoekers toe dat rendabele businesscases voor zon op waterbassins terzijde worden gelegd omdat drijvende zonnepanelen vanwege de investeringskosten vaak niet kunnen concurreren met zonnepanelen op dak.
Subsidie
Of zonnepanelen op waterbassins een interessante investering zijn, is volgens de haalbaarheidsstudie sterk afhankelijk van de situatie en omstandigheden binnen een bedrijf. In de basis geldt dat bedrijven die een middelgroot of groot waterbassin van 1.800 vierkante meter of groter hebben, gelegen op een relatief kleine afstand van de hoofdaansluiting – minder dan 150 meter – in combinatie met een hoog eigen verbruik op momenten dat de zon schijnt interessante locaties zijn voor de plaatsing van zonnepanelen op het waterbassin.
Randvoorwaarden zijn beschikbare netcapaciteit, dat het waterbassinfolie een levensduur van 16 jaar of langer heeft en de Zonnig Zuid-Holland-subsidie een deel van de hogere investeringskosten dekt. Daarnaast moet er duidelijkheid komen over de gevolgen van fluctuerende waterpeilen voor tuinders die in aanmerking komen voor een vergunningsvrijstelling. Vervolgonderzoek naar de juridische haalbaarheid van een gedoogbeleid op basis van overmacht of onevenredigheid wordt geadviseerd. Voor tuinders die niet in aanmerking komen voor de vergunningsvrijstelling, wordt de vergunningsprocedure niet als spelbreker ervaren, maar als vertragende factor. Subsidies – zoals SDE++ en SCE – kunnen namelijk pas aangevraagd worden nadat de vergunning is verleend.
Tot slot wordt het realiseren van 10 investeringsbeslissingen voor zonnepanelen op waterbassins in 2023 als haalbaar beschouwd.
De september 2024-editie van Solar Magazine is verschenen. Het tijdschrift bevat artikelen over de toekomst van de Nederlandse pv-markt, negatieve stroomprijzen, de strijd tegen dwangarbeid en Solar Solutions Kortijk.