Dennis van der Meij: ‘Mei en juni ultieme stresstest voor zonnepanelen die vorig jaar geïnstalleerd zijn’

Solar Magazine diept in een serie artikelen diverse aspecten van de kwaliteit van zonne-energiesystemen uit. Deze keer spreekt de redactie met Dennis van der Meij, eigenaar van Solar-Engineering, die de lente met grote belangstelling tegemoetziet.

In de winter wordt pas duidelijk hoe goed een zonne-energiesysteem is geïnstalleerd, zo stelde je enkele maanden geleden in Solar Magazine.
‘Dan blijkt of het systeem (nog steeds) voldoende vochtbestendig is, met name wat betreft de installatiekwaliteit van de connectoren en kabels. Nu breken de warme maanden aan. Nog voor de zomer zullen er vele momenten zijn waarop de temperaturen in installaties hoog kunnen oplopen.’

Daarmee worden ze zwaar op de proef gesteld?
‘De vraag naar zonnepanelen is enorm toegenomen. Ze worden in een razend tempo op woningen gelegd, vaak ook door partijen die kortgeleden in deze markt zijn gestapt omdat er geld te verdienen is. Veel van die installaties moeten hun eerste warmtetest nog doorstaan. In mei en juni zal blijken of dat het geval is. Grootschalige installaties worden tegenwoordig allemaal geïnspecteerd op basis van de inspectieregeling Scope 12, bij woningen is dit niet zo.’

Het gevaar is?
‘Hoe hoger de instraling van de zon, hoe meer stroom. En hoe meer stroom, hoe meer hitte wordt ontwikkeld. Die verhoogde warmteontwikkeling zie je in de gehele installatie en alle componenten terugkomen, van dak tot in de meterkast. Zo kunnen in de zonnepanelen hotspots ontstaan – plekken waar de temperatuur veel hoger is dan in de rest van het zonnepaneel – bijvoorbeeld als gevolg van microcracks door onzorgvuldige installatie of gedeeltelijke schaduwwerking. Een zonnepaneel brengt bij een hogere temperatuur ook minder op. Ventilatie voert de warmte af en verhoogt dus ook direct het rendement.’

En het risico op brand?
‘Dat is op het dak echt te verwaarlozen. Vooropgezet: dakpannen vormen een goede brandscheiding. Tegelijkertijd zijn er nauwelijks incidenten geweest. Bij het gebruik van traditionele zonnepanelen in een indaksysteem ligt het anders. Daar liggen de risicovolle componenten vaak dicht bij brandbare materialen. Dit is echter geen gangbare installatiepraktijk op grote schaal. Op de momenten dat daar wel iets mee gebeurt, staan de media echter wel direct op de stoep en daarmee wordt onze hele sector in een kwaad daglicht gesteld.’

Over welk probleem hebben we het nu werkelijk?
‘Het zijn niet alleen zonnepanelen die verhitten bij het leveren van meer vermogen. Dat geldt ook voor micro-omvormers en power optimizers, stringomvormers, connectoren, voedingskabels naar de meterkast... Naast een verminderde opbrengst en zaken die kapotgaan door het hogere vermogen door de verbindingen, zullen vlambogen zichtbaar gaan worden naarmate het vermogen weer langdurig gaat oplopen. Het gevolg is storingen en uitval. Daarvoor geef je geen duizenden euro’s uit aan een zonne-energiesysteem. Het bedrijf dat het systeem plaatst, is verantwoordelijk voor kwaliteit en veiligheid.’

Wat zijn jouw verwachtingen?
‘We leven in een interessante tijd. Ik zweef tussen hoop en vrees, en neig naar het laatste. Ik hoop het niet, maar verwacht heel veel meldingen van problemen. De gemiddelde installatiekwaliteit van residentiële pv-installaties laat toch vaak nog wat te wensen over. Daarbij zien we alleen het topje van de ijsberg. Met die vele nieuwe toetreders zal het niet beter worden. Dat frustreert, omdat het gemakkelijk te voorkomen is, ook met betrekking tot ongewenste warmteontwikkeling.’

Hoe dan?
‘Stap 1 is echt veilig werken en zorgvuldig omgaan met zonnepanelen tijdens transport en plaatsing op het dak. Gebruik uv-bestendige producten die tevens geschikt zijn voor alle maximale temperaturen. Denk hierbij aan de juiste bundelbanden, connectoren en bekabeling die ook voldoende dik is voor het verwachte vermogen. Probeer schaduweffecten te minimaliseren. Sluit geen verschillende merken connectoren op elkaar aan en gebruik de juiste tang. Leg de bekabeling onbeschadigd, beschermd tegen scherpe randen en zoveel mogelijk gescheiden aan. Hou deze scheiding ook bij het dakdoorvoer in stand. Je kunt een omvormer best overdimensioneren, dus meer DC- dan AC-vermogen. Maar ga daarbij niet tot het uiterste en volg de richtlijn van de fabrikant wat betreft locatie en ondergrond. Belast de installatie-automaten met maximaal 80 procent, dus minimaal 1 slag groter dan de maximale stroom van de omvormer, en houd de opgetelde stroom in je verdeler goed in de gaten. En schakel een specialist in als je er zelf niet uitkomt, we moeten gebruik- maken van elkaars specialismen.’

Dat is allemaal een kwestie van ervaring en vakmanschap.
‘Een kwalitatief hoogstaande installatie leg je aan voor nagenoeg dezelfde productkosten en in dezelfde tijd, als je maar weet waarom je iets moet doen. Blijf leren en jezelf verbeteren in kennis. Daarmee voorkom je een hoop storingen en opbrengstverlies, zowel voor jezelf als voor je klanten.’