Nieuwe analyse REBEL: 2.854 zonnepaneelinstallaties getroffen door Vlaamse knip in groenestroomcertificaten

De onderzoekers concluderen dat hoofdzakelijk kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) en landbouwers getroffen worden. 89 procent van de zonnepaneelinstallaties van voor 2013 op bedrijfsdaken zou worden getroffen.  Volgens REBEL worden voornamelijk kleine installaties – veel meer dan grote installaties – worden getroffen volgens de studie.

Impactanalyse
Daarmee bevestigt de REBEL-analyse de eigen economische impactanalyse die ODE Vlaanderen vorig jaar zomer uitvoerde. Daaruit bleek destijds dat niet 200 bedrijven, maar meer dan 2.000 bedrijven direct of indirect worden getroffen.

De analyse van REBEL richtte zich op 2 categorieën bedrijven. Ten eerste organisaties die rechtstreeks getroffen worden of risico lopen op terugvordering van groenestroomcertificaten. REBEL heeft in deze categorie 1.A gekeken naar individuele installaties. De categorie 1.B zijn organisaties die indirect getroffen worden: leasing & inpandgeving en ondernemingen die op installatieniveau niet boven de drempelbedragen komen, maar op ondernemingsniveau wel. Tot slot is er categorie 2, dat zijn ondernemingen die achter een installatie zitten die geïnstalleerd is door een derdepartijinvesteerder.

853 megawatt
In de door REBEL geanalyseerde database zat een vermogen van in totaal 954 megawatt. Daarvan wordt 853 megawatt, oftewel 89 procent getroffen. Het gaat, verdeeld over de verschillende categorieën, om 2.189 organisaties, 2.854 installaties en een totaalvermogen van 853 megawatt.

Andere methodologie
REBEL en ODE Vlaanderen merken verder op dat er geen gegevens beschikbaar zijn over installaties kleiner dan 10 kilowatt, maar dat ook die door de knip in de groenestroomcertificaten zouden getroffen kunnen worden, zoals bijvoorbeeld particulieren die ook via een huursysteem hebben gewerkt.

ODE Vlaanderen benadrukt verder dat de REBEL-studie een andere methodologie hanteert, maar wel tot dezelfde conclusies komt. REBEL maakt in zijn analyse gebruik van publieke data, waaronder de oude VREG-lijst, gekoppeld met bedrijfscodes en aangevuld met financiële informatie uit het Staatsblad. Door andere methoden te hanteren en tot dezelfde resultaten te komen, wordt volgens ODE Vlaanderen de stelling versterkt dat het neveneffect van de maatregel tienmaal groter is dan het beoogde doel, waardoor het onverantwoord zou zijn deze plannen door te voeren.