logo
wvhj2023
© Luminus
© Luminus
7 juli 2022

ODE: ‘Vlaams voorstel afschaffing groenestroomcertificaten gebaseerd op drijfzand’

Het voorstel van de Vlaamse minister Demir om de komende 10 jaar 1,2 miljard euro minder groenestroomcertificaten uit te betalen, is gebaseerd op juridisch en economisch drijfzand. Dat stelt ODE Vlaanderen.

ODE Vlaanderen heeft inzage verkregen in de economische studie van het buitenlandse consultancybureau Oxera waaruit zou moeten blijken dat er sprake is van oversubsidiëring van grote zonneparken.

Voorbij aan werkelijkheid
‘Deze studie gaat voorbij aan de Vlaamse werkelijkheid en vertrekt vanuit een aantal aannames waardoor het resultaat van de studie, met name het bewijzen dat er sprake zou zijn van oversubsidiëring, op voorhand vastligt’, stelt Dirk Van Evercooren, algemeen directeur van de Organisatie Duurzame Energie (ODE) Vlaanderen. ‘Bovendien baseert de studie zich op louter theoretische modellen, waarbij geen marktbevraging werd gedaan. Er is geen enkel overleg met de sector geweest over deze parameters.’

100 procent zelfafname
ODE Vlaanderen wijst erop dat in de studie de lokale zelfafname wordt ingeschat op 100 procent, terwijl in werkelijkheid gemonitorde pv-installaties over een 20-jarige periode – de periode van toepassing op de contracten voor groenestroomcertificaten – niet kunnen voldoen aan deze veronderstelling. Dit omdat de markt anders gestructureerd is in Vlaanderen.

De Oxera-studie geeft volgens ODE Vlaanderen daardoor geen correct beeld van het rendement van de pv-installaties. Afhankelijk van de situatie zitten er in realiteit verschillen op van tientallen procenten met het berekende steunniveau. De elektriciteitsopbrengsten worden zuiver theoretisch benaderd, benadrukt de brancheorganisatie. Er wordt uitgegaan van de kosten van een grootverbruiker op het moment van indienstname en hierop wordt 3,5 procent inflatie geteld gedurende 20 jaar. Hierdoor vindt een overschatting van de inkomsten plaats met een factor groter dan 3. De Oxera-studie toont daarmee volgens ODE Vlaanderen aan beperkte kennis te hebben van de pv-sector in Vlaanderen. De helft van de geviseerde pv-installaties werd immers geplaatst met zogenaamde derdepartij-investering, waarbij het dak werd gehuurd en de stroom meestal aan een vaste lage prijs werd vastgelegd voor 20 jaar. Hier wordt geen rekening mee gehouden in de analyse.

Kleine- en middelgrote ondernemingen
‘ODE/PV-Vlaanderen heeft zelf een impactstudie uitgevoerd over de aangekondigde plannen van minister Demir en de gevolgen hiervan op de sector’, duidt Van Evercooren. ‘Uit onze impactstudie blijkt dat indien de plannen van minister Demir worden uitgevoerd, dit een belangrijke weerslag heeft op het Vlaams economisch weefsel. Hierbij zouden de kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) in de sector het hardst worden getroffen.’

De onderverdeling van de geviseerde pv-installaties van voor 2013 – verspreid over ongeveer 200 investeerders – is als volgt: 49 procent ‘Onbalance’, 48 procent ‘SPV’ (derdepartijfinanciering) en 3 procent ‘Overheid.’

Problemen met terugbetaling
Bedrijven met een derdepartijfinanciering zullen binnen de 6 maanden problemen ondervinden met de terugbetaling van hun (her)financiering. Op termijn betekent dit volgens ODE Vlaanderen het faillissement van bijna alle SPV’s. In de categorie on-balance gebeurde meer dan twee derde van de eigen investeringen door kleine en middelgrote ondernemingen. Slechts 15 procent (van het totale volume) van de grote bedrijven is zelf investeerder. De Vlaamse kleine en middelgrote onderneming zou volgens ODE Vlaanderen dus hard worden getroffen door deze maatregel.

Doorverkocht
Binnen de categorie van de SPV’s is 75 procent al doorverkocht aan een nieuwe investeerder. Het gaat dan bijvoorbeeld over pensioenfondsen, infrastructuurfondsen of verzekeringsinstellingen die de parken kochten van de originele projectontwikkelaar toen bewezen was dat ze goed werkten. Bij die overdracht gingen de kopers ervan uit dat de Vlaamse overheid haar beloften zou nakomen en dus is de toekomstige cashflow van de groenestroomcertificaten verrekend in de verkoop. Bankleningen, dakhuur, onderhoud en vervangingsinvesteringen zijn allemaal afhankelijk van deze cashflow, benadrukt ODE Vlaanderen.

Juridische onderbouwing
Van Evercooren benadrukt tot slot dat de juridische onderbouwing van de Vlaamse regering voor de afbouw zich ook baseert op een verplichting vanuit Europa omtrent staatssteun, terwijl Europa eerder meldde dat er van een verplichting geen sprake is voor reeds bestaande contracten. ‘Uit onze contactname met Directoraat-generaal Concurrentie van de Europese Commissie blijkt dat de nieuwe richtsnoeren inzake klimaat, milieubescherming en energie (red. de Climate, Energy and Environmental Aid Guidelines, kortweg CEEAG) enkel van toepassing zijn op toekomstige steun. De nieuwe regels vereisen geen wijzigingen van reeds toegekende steun.’

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten