Dit stelt de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in zijn adviesrapport ‘Financiering in transitie: naar een actieve rol van de financiële sector in een duurzame economie’ dat door minister Kaag van Financiën in ontvangst is genomen.
Zo min mogelijk schade
De Nederlandse economie staat volgens de Rli vanwege de klimaat- en biodiversiteitscrisis voor een grote verduurzamingsopgave. ‘Nieuwe economische activiteiten zullen moeten worden opgebouwd, terwijl veel bestaande activiteiten moeten worden afgebouwd of omgebouwd. Dit vraagt om aanzienlijke investeringen en brengt risico’s met zich mee waarop financiële instellingen en toezichthouders zich moeten voorbereiden.’
Om de transitie naar een duurzame economie met zo min mogelijk schade door te komen, is het volgens de raad van belang dat de geldstromen van banken, pensioenfondsen, verzekeraars en vermogensbeheerders zich sneller dan nu verplaatsen van niet-duurzame activiteiten naar activiteiten zoals duurzame landbouw, circulaire bedrijvigheid en duurzame-energie-infrastructuur. ‘Het beprijzen of verbieden van negatieve duurzaamheidseffecten zijn daarvoor belangrijk, maar niet voldoende. De financiële sector zal ook een belangrijke rol in de transitie naar een duurzame economie moeten vervullen.’
Concrete maatregelen
In zijn advies beveelt de Rli de minister van Financiën daarom aan om een aantal concrete maatregelen te nemen die zijn gericht op het versneld in beweging brengen van de financiële sector. Deze maatregelen komen bovenop de maatregelen die de minister vorig jaar al aan de Tweede Kamer heeft aangekondigd in haar Beleidsagenda voor duurzame financiering.
De concrete maatregelen die de Rli voorstelt, zijn: