Versnellingsagenda op komst voor verduurzaming Verenigingen van Eigenaars (VvE’s)

Minister De Jonge stelt dat de uitdagingen bij het verduurzamen van de 1,2 miljoen Nederlandse woningen die onderdeel zijn van een Vereniging van Eigenaren (VvE) erg groot zijn.

Ruim 70 procent van de VvE’s is klein, bestaande uit 8 appartementen of minder en bevindt zich voornamelijk in de 4 grote steden Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht en bestaat voornamelijk uit vooroorlogse bouw. ‘Kleine VvE’s hebben door hun bouwjaar daarom een grote verduurzamingsopgave’, aldus De Jonge. ‘Grotere VvE’s zijn voornamelijk na de oorlog gebouwd. Driekwart van het totale aantal woningen in een VvE is onderdeel van een zogenoemde gemengde VvE, waarbij huur- en koopwoningen in hetzelfde VvE-gebouw zitten. In hetzelfde VvE-gebouw kunnen bijvoorbeeld ook bedrijven zijn gehuisvest.’

Versnellingsagenda
Om VvE’s te helpen bij de integrale verduurzamingsaanpak van het gebouw wil de minister komen tot een breedgedragen versnellingsagenda verduurzaming VvE’s. Hij roept individuele appartementseigenaren, VvE-beheerders en brancheorganisaties VGM NL en BVVB, maar ook gemeenten, deskundige en adviserende VvE-belangenorganisaties zoals de Vereniging Eigen Huis, VvE-Belang en Appartement en Eigenaar op om hun verantwoordelijkheid te pakken. Samen met deze organisaties wil De Jonge voor de zomer van 2023 de versnellingsagenda opleveren.

De versnellingsagenda zal bestaan uit 5 onderdelen. De eerste is de gezamenlijke inzet van alle betrokken partijen om grote VvE’s de komende jaren grotere stappen te laten maken naar verduurzaming. Het tweede onderdeel is het ondersteunen van – vooral kleine – VvE’s, met voorrang in kwetsbare wijken, die nog geen functionerende VvE-organisatie hebben. Een ander onderdeel is verbeterde informatievoorziening voor individuele appartementseigenaars en VvE’s en een landelijk dekkend marktaanbod van ontzorging.

Verplichting
Een minstens even belangrijk facet is de aanpassing van bepaalde (besluitvormings)regels voor VvE's bij verduurzaming. ‘Ik ben voornemens om de besluitvorming over verduurzamingsmaatregelen te vergemakkelijken’, aldus De Jonge. ‘Daarbij betrek ik ook het herzieningsvoorstel van de EU-richtlijn energieprestatie van gebouwen (EPBD-IV), waarin de besluitvorming ook terugkomt. In dat verband onderzoek ik bij welke verduurzamingsmaatregelen en in welke situaties instemming van een gewone meerderheid van de appartementseigenaars voldoende is. Daarbij moet worden voorkomen dat individuele appartementseigenaars die niet met het besluit instemmen onevenredig in hun belangen worden geschaad. Het verdient de voorkeur dat besluiten in gezamenlijkheid tot stand komen. Daarom zal ik in de eerste plaats onderzoeken wat individuele appartementseigenaars motiveert en wat hen helpt om eerder in te stemmen met de verduurzamingsmaatregelen van het VvE-gebouw.’

Om een integrale aanpak van de verduurzaming van het VvE-gebouw te borgen, wil de minister verder onderzoeken of een duurzaam meerjaren onderhoudsplan (DMJOP) verplicht kan worden gesteld voor alle VvE’s en aan welke eisen het DMJOP dient te voldoen. Ook het handhaven van een verplicht DMJOP komt in het onderzoek aan de orde.’

Betere financiële ondersteuning
Het laatste onderdeel van de versnellingsagenda is betere financiële ondersteuning. ‘Op 1 januari 2023 is de nieuwe Subsidieregeling Verduurzaming voor Verenigingen van Eigenaars (SVVE) gestart’, duidt De Jonge. Deze regeling is voor VvE’s een voortzetting van 2 regelingen: de Subsidieregeling Energiebesparing Eigen Huis (SEEH) en de Investeringssubsidie Duurzame Energie en Energiebesparing (ISDE). Vanaf 1 januari 2023 is er 1 regeling voor VvE’s voor het volledig verduurzamen van het hele VvE-gebouw: subsidie voor energieadvies, een DMJOP, procesbegeleiding, isolatiemaatregelen en duurzame warmtetechnieken, zoals warmtepompen en zonneboilers.’

De SVVE loopt door tot 2028, wat de zekerheid voor VvE’s over de subsidie vergroot. ‘Ik ben voornemens om de SVVE net als de ISDE ook tot en met 2030 open te stellen, en ik streef naar structurele subsidiemogelijkheden voor VvE’s’, stelt De Jonge. ‘Een ander nieuw element in de SVVE is subsidie voor bouwbegeleiding bij de uitvoering van het zeer energiezuinig pakket. Dit zijn uitdagende verbouwingen waar een deskundige begeleiding van de VvE ook in de bouwfase nodig kan zijn. Minimaal even belangrijk als subsidie is goede financiering voor VvE’s, zodat zij verduurzamingsmaatregelen kunnen uitvoeren zonder er eerst jaren voor te sparen. Het Nationaal Warmtefonds (Warmtefonds) biedt steeds meer VvE’s financiering. Sinds 1 december 2022 ook voor kleine VvE’s met minder dan 8 appartementen.’

In het kader van de versnellingsagenda verduurzaming VvE’s wil De Jonge tot slot samen met het Warmtefonds en de praktijk kijken welke andere mogelijkheden er zijn om de voorwaarden voor VvE-financiering bij het Warmtefonds te verbeteren. ‘Ik wil ook onderzoeken hoe VvE’s een meer reguliere klant kunnen worden voor banken en hoe financiering voor achterstallig onderhoud beschikbaar zou kunnen komen.’