Met die woorden heeft de minister van Energie Zuhal Demir het capaciteitstarief ‘verwelkomd’ dat door de Vlaamse energieregulator VREG per 1 januari 2023 is ingevoerd. Demir heeft de invoering van het capaciteitstarief tot het laatste moment proberen tegen te houden en startte zelfs een rechtszaak, waarvan de behandeling nog plaats moet vinden. De eerste zitting bij het Hof van Beroep van Brussel is gepland op 25 januari 2023.
7 procent
Belangrijk uitgangspunt van het capaciteitstarief is dat het geen bijkomend tarief is. Het gaat voor een gezin om een andere berekening van ongeveer 7 procent van de volledige elektriciteitsfactuur. De energierekening van Vlamingen bestaat uit 3 componenten: energiekosten, nettarieven en heffingen.
Wie het verbruik spreidt en hoge pieken vermijdt, betaalt volgens de VREG met het capaciteitstarief minder dan wie dat niet doet. Zo wil de energieregulator extra investeringen in het stroomnet vermijden en de nettarieven met het oog op de toekomst betaalbaar houden.
Laatste strohalm
Voor minister Demir is 1 januari 2023 echter de geschiedenisboeken ingegaan als de dag waarop de VREG haar wereldvreemdheid heeft bewezen. ‘Te midden een energiecrisis een capaciteitstarief invoeren tegen de wil van een meerderheid van het Vlaams Parlement en met nadelige gevolgen voor vele mensen, het is eigenlijk te zot om los te lopen.’
Netbeheerder Fluvius heeft zich, in overleg met Demir, inmiddels bij het Hof van Beroep gemeld als tussenkomende partij. De minister ziet de rechtszaak als laatste strohalm. Ze vordert onder meer ongeoorloofde discriminatie, vanwege het onderscheid tussen gezinnen met digitale en analoge meters, schending van het gelijkheidsbeginsel, belemmering van deelname aan de markt en onevenredige besluitvorming door de VREG. ‘Of het Hof van Beroep meegaat in die argumentatie, is uiteraard af te wachten. Maar ik zou het mezelf nooit vergeven als ik niet alle middelen zou uitputten tegen deze, in mijn ogen, onrechtvaardige tariefstructuur’, aldus Demir.
Omdat de rechtbank niet in staat was voor 1 januari 2023 een definitieve uitspraak te doen, vraagt minister Demir – om chaos te voorkomen – dat een mogelijke vernietiging enkel voor de toekomst geldt.