Niet alleen grote bedrijven, maar ook gezinnen en kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) gaan in het nieuwe jaar het capaciteitstarief betalen.
7 procent
De energierekening van Vlamingen bestaat uit 3 componenten: energiekosten, nettarieven en heffingen. De VREG legt jaarlijks het zogenaamde toegelaten inkomen van de distributienetbeheerders voor het komende jaar vast. De tariefmethodologie bepaalt daarbij welke vergoeding netbeheerders krijgen voor hun diensten en stimuleert hen tot een efficiënt en kwalitatief goed netbeheer. Afgelopen week heeft de VREG de periodieke nettarieven voor 2023 goedgekeurd.
Belangrijk uitgangspunt is dat het capaciteitstarief geen bijkomend tarief is. Het gaat voor een gezin om een andere berekening van ongeveer 7 procent van de volledige elektriciteitsfactuur. Wie het verbruik spreidt en hoge pieken vermijdt, betaalt volgens de VREG met het capaciteitstarief minder dan wie dat niet doet. Zo wil de energieregulator extra investeringen in het stroomnet vermijden en de nettarieven met het oog op de toekomst betaalbaar houden.
3 elementen
De nettarieven hangen vanaf 2023 niet langer alleen af van de hoeveelheid elektriciteit die Vlamingen verbruiken, maar ook van hoe zwaar ze het elektriciteitsnet belasten. Vanaf 2023 betaalt iedereen:
Maandpieken
Met een digitale meter betaalt men het capaciteitstarief op basis van de gemeten maandpieken. De digitale meter registreert de hele dag door het verbruik en berekent telkens het gemiddelde per kwartier. Dat is het kwartiervermogen; uitgedrukt in kilowatt. De maandpiek is het hoogste kwartiervermogen in 1 maand, want in dat kwartier belastte de gebruik het stroomnet het meest. Het gemiddelde van de maandpieken van de afgelopen 12 maanden is de gemiddelde maandpiek. De energieleverancier rekent het capaciteitstarief aan op basis van die gemiddelde maandpiek. Is de maandpiek in een bepaalde maand lager dan 2,5 kilowatt, dan wordt voor het capaciteitstarief toch met een ondergrens van 2,5 kilowatt gerekend. Zo betaalt iedereen sowieso een minimumbijdrage van 2,5 kilowatt voor zijn gebruik van het elektriciteitsnet.
Wie nog een klassieke meter heeft, betaalt het capaciteitstarief voorlopig als een vast bedrag. Dat vast bedrag komt overeen met de minimumbijdrage van 2,5 kilowatt die ook iedereen met een digitale meter minstens betaalt. Met een klassieke meter ziet men namelijk wel hoeveel iemand verbruikt, maar niet hoeveel elektriciteit tegelijk wordt gebruikt. Hierdoor kunnen geen maandpieken gemeten worden. Daarom betaalt een Vlaming met een klassieke meter de minimumbijdrage van 2,5 kilowatt die ook iedereen met een digitale meter minstens betaalt. Alle andere netkosten blijft men betalen op basis van het verbruik in kilowattuur. Een Vlaming met een klassieke meter betaalt daarom een hoger nettarief per kilowattuur dan iemand met een digitale meter.
Voor gezinnen die tot slot recht hebben op het sociaal tarief gelden de nieuwe nettarieven niet. Het sociaal tarief is namelijk een totaalprijs per kilowattuur. Dat is op dit moment 16 procent van alle Vlaamse gezinnen.
Rekenvoorbeelden
De VREG heeft enkele rekenvoorbeelden opgesteld. Een gezin met een tweevoudige digitale meter, een elektriciteitsverbruik van 3.500 kilowattuur per jaar en een gemiddelde maandpiek van 4,26 kilowatt betaalt gemiddeld 337 euro inclusief btw aan nettarieven in 2023. Dat is 11 euro of 3 procent meer dan in 2022. Een gezin met een aardgasverbruik van 17.000 kilowattuur per jaar betaalt in 2023 gemiddeld 227 euro inclusief btw. Dat is 21 euro – of 10 procent – meer dan in 2022. Voor een gezin met een gemiddeld elektriciteits- en aardgasverbruik zijn de nettarieven ten opzichte van 2021 volgens de VREG nog altijd 21 procent lager.
Nieuwe website en simulator
De VREG start een communicatiecampagne over de nieuwe nettarieven. Met die campagne wil de energieregulator elke Vlaming informeren over de nieuwe nettarieven en waarom die nodig zijn.
Op de nieuwe website nieuwenettarieven.be kunnen Vlamingen bovendien terecht voor meer informatie over wat de verandering betekent voor hen. Met een speciaal ontwikkelde simulator en doelgroepgerichte tips om het verbruik te spreiden, biedt de VREG informatie op maat. De simulator houdt rekening met waar iemand woont, het verbruik en de specifieke technieken die hij bezit zoals zonnepanelen, een elektrische auto, warmtepomp en/of elektrische warmwaterboiler.