logo
© De Centrale
© De Centrale
19 december 2022

Romano Hagen over btw-nultarief voor zonnepanelen: ‘Prijzen consumenten stijgen, sommige installateurs gaan omvallen’

De Eerste Kamer stemt morgen waarschijnlijk in met 0 procent btw op zonnepanelen vanaf 2023. Romano Hagen is teleurgesteld. ‘Het kost de schatkist miljarden, de liquiditeitspositie van installateurs verslechtert.’

Het belastingplan van het ministerie van Financiën voor 2023 bevat een btw-nultarief voor zonnepanelen. De Eerste Kamer stemt deze week naar alle waarschijnlijkheid voor invoering van deze maatregel. Daarmee wordt tegen de wens van de zonne-energiebranche ingegaan. Volgens Hagen, eigenaar van De Centrale, leidt de onnodig gehaaste invoering tot liquiditeitsproblemen bij veel installateurs (red. zie kader). ‘Onze branche krijgt een klap, maar we zullen het met zijn allen moeten oplossen.’

Onjuiste gronden
‘Het btw-nultarief voor zonnepanelen brengt grote maatschappelijke kosten met zich mee’, vervolgt Hagen. ‘Het zal immers ook gaan gelden voor zonnepanelen op huurwoningen, waarover nagenoeg nooit btw wordt teruggevraagd. Daarvan zijn er meer dan 3 miljoen in Nederland en op de meeste liggen nog geen zonnepanelen. Het behandelende ministerie heeft het over een kostenpost van 20 tot 30 miljoen euro per jaar. Maar de belastingderving zal in totaal eerder richting 4 miljard euro gaan, wat onnodig is. Het nadeel is niet doorgerekend door het Centraal Planbureau (CPB), zodat de politiek mogelijk een onjuiste voorstelling van zaken is gegeven en op onjuiste gronden een belangrijke beslissing heeft genomen. Maar los daarvan; onze branche is geen uitstel gegund om zich op het nieuwe belastingregime voor te bereiden terwijl die daar wel met luide stem om vroeg, zo bleek ook uit een enquête van Solar Magazine en de oproep van Holland Solar. Juist daardoor gaan heel veel bedrijven zwaar in de problemen komen, terwijl juist zij Nederland moeten verduurzamen.’

Niet positief
Veruit de grootste consequentie van het btw-nultarief is de impact op de liquiditeit van installatiebedrijven. Installateurs moeten de btw volledig voorfinancieren. Dat betekent minder geld op de bank om rekeningen te betalen en te investeren in groei. Hagen deed onderzoek naar de consequenties, samen met een aantal installateurs. De btw over de inkoop wordt door de Belastingdienst pas 6 tot 8 weken nadat de btw-aangifte is gedaan, teruggestort. De eerste keer kan dat volgens Hagen wel eens 2 keer zo lang zijn, omdat de Belastingdienst de plotselinge teruggave wil controleren. ‘Stel je doet dat driemaandelijks en installeert 2 installaties per dag. Dan zit je rond week 16 van 2023 al op een negatieve cashflow van bijna een ton, terwijl je in de oude situatie bijna een ton in de plus stond.’

Voorbij aan de werkelijkheid
Hagen vervolgt: ‘Het ministerie van Financiën geeft aan dat een belangrijk deel van de oplossing in maandelijkse btw-aangifte schuilt. Maar ook daarbij zie je een ernstige aantasting van de liquiditeitspositie. Al na 11 weken is sprake van een negatieve cashflow van zo’n 60.000 euro. Alleen een aanbetaling van 35 procent door de koper van de zonnestroominstallatie geeft een gunstiger beeld – dan valt het negatieve effect vrijwel weg. Maar daarmee wordt voorbijgegaan aan de werkelijkheid. De meeste installateurs zitten volgeboekt tot ver in de eerste helft van 2023. Je kunt niet achteraf aanbetalingen gaan vragen aan klanten. Juist daarom was dat half jaar uitstel waar de branche om vroeg zo belangrijk. Maar dat is ons niet gegund, met alle gevolgen van dien. De prijzen van pv-installaties voor particulieren zijn mede hierom sterk gestegen, daar is deels al op voorgesorteerd. Vele bedrijven zullen in moeilijkheden komen, een deel gaat het niet redden.’

Hoe kan het btw-nultarief voor zonnepanelen de liquiditeitspositie van installateurs beïnvloeden? De Centrale bracht het in beeld voor een bedrijf dat 2 installaties per dag realiseert.

Bij driemaandelijkse aangifte van omzetbelasting ligt het dieptepunt van de liquiditeitsbehoefte rond week 16 van 2023, zoals te zien in onderstaande grafiek.

Bij een overstap naar maandelijkse btw-aangifte is nog steeds sprake van een grote impact; het dieptepunt in cashflow ligt rond week 11 en 15 van 2023.

Bij het combineren van maandaangifte en een aanbetaling vragen van 35 procent door de koper – en er een doorloop van 3 maanden is tussen bestelling en installatie – valt het negatieve effect van 0 procent btw vrijwel weg.

Spelregels volgen
Het btw-nultarief geldt voor zonnepanelen die op of nabij een woning worden geplaatst, ook als die tevens wordt gebruikt als bedrijfspand. ‘Die woonfunctie moet je aan kunnen tonen als de Belastingdienst daarom vraagt’, vertelt Hagen. ‘Voeg daarom altijd een kopie van het BAG-register toe aan je klantdossier. En dan is er de kwestie van de materialen die onder het klanttarief vallen. Dat zijn opdak- en indaksystemen; de zonnepanelen, bekabeling en omvormer. Pvt en dakversteviging en vogelbescherming zijn dat dus bijvoorbeeld niet. Kleine aanpassingen in de meterkast vallen wel onder het 0-procentstarief. Een volledige vervanging van de meterkast niet, maar als die noodzakelijk is voor het functioneren van een pv-installatie kan daarop wel de btw worden teruggevraagd – net als die op de dakversteviging, vogelbescherming en de pvt-panelen. Het kan verleidelijk zijn om daar standaard 0 procent btw voor te rekenen, zeker als concurrenten dat ook doen. Maar bij een audit van de Belastingdienst dient het bedrijf de niet in rekening gebrachte btw alsnog af te dragen, hou je daarom aan de spelregels.’

Onduidelijkheden
Hagen geeft aan dat de nieuwe belastingwetgeving nog onvoldoende ingevuld is door de overheid om volledige helderheid te bieden over de gevolgen voor consumenten. Wanneer iemand zonnepanelen koopt, wordt hij ondernemer voor de btw en is hij in principe verplicht zich aan te melden bij de Belastingdienst. Is de omzet uit zonnepanelen lager dan 1.800 euro, dan hoeft dat bij wettelijk besluit echter niet. ‘Maar met de huidige kilowattuurprijzen komen de inkomsten bij een installatie van 2.800 wattpiek al boven de 1.800 euro per jaar uit. Dan moet je je dus melden bij de Belastingdienst en btw-vrijstelling verzoeken via de kleineondernemersregeling, oftewel KOR. In de tussentijd zal btw-aangifte moeten worden gedaan en btw afgedragen over de opgewekte energie. We krijgen ook vragen over grotere installaties van meer dan 10.000 wattpiek. Die vallen tevens gewoon onder het 0-procentstarief, mits ze bij een woning worden geplaatst, en eigenaren moeten zich melden bij de Belastingdienst.’

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten