De Alliantie Zon – een samenwerking tussen GroenLeven, KiesZon, Solarfields, Sunrock en TPSolar – heeft adviesbureau Berenschot onderzoek laten doen naar het economische perspectief bij het ontwikkelen van zonne-energieprojecten binnen het huidige stimuleringskader van de SDE++. Bovendien is de noodzaak van de uitrol van zonne-energie richting de toekomst onderzocht, alsook de plannen binnen de Regionale Energie Strategieën (RES’en).
Nauwelijks mogelijk
De onderzoekers van Berenschot concluderen in het rapport ‘Paradox in de energietransitie: Ontwikkeling zon PV in de knel ondanks hoge energieprijzen’ dat de grootschalige uitrol van zonnepanelen binnen de huidige beleidskaders nauwelijks mogelijk is door fors hogere kosten en toegenomen complexiteit.
In het rapport is te lezen dat de sterk gestegen materiaal-, arbeids-, financierings- en transportkosten haaks staan op de eerder door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) geraamde kostendalingen in de SDE++. Bovendien leiden de strengere eisen aan zonne-energieprojecten – zoals het aansluiten op maximaal 50 procent van het piekvermogen en multifunctioneel ruimtegebruik – kostenverhogend. Dit maakt dat er een mismatch is tussen de veronderstelde kosten, waardoor de SDE++ onvoldoende is om het grootste deel van de zonne-energieprojecten op dit moment te kunnen realiseren.
De beperkingen door netcongestie, de verzekerbaarheid van gebouwen met zonnestroomsystemen, constructieve beperkingen bij de toepassing van zon-op-dak en participatie-eisen zoals lokaal eigendom leiden daarbovenop tot een hogere complexiteit.
Realisatiegraad daalt
Zonder acute aanpassingen in het stimuleringsbeleid is de verwachting van de zonne-energiesector dat de realisatiegraad verder daalt (red. naar een niveau van tussen de 20 en 40 procent voor zon-op-dak en 75 tot 85 procent voor zon-op-land) en dat daarmee de uitrol van nieuwe zonne-energieprojecten stagneert. De dalende realisatiegraad is dit jaar al zichtbaar, want van januari tot augustus 2022 werden er 32 procent minder projecten gerealiseerd ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar.
Aanbeveling 1: pas huidige stimuleringskader aan
De eerste aanbeveling van de onderzoekers van Berenschot is om het stimuleringskader aan te passen en zo tegemoet te komen aan de huidige verhoogde kostprijs van zon-pv, de strengere eisen, de verhoogde complexiteit en daarmee bijkomende kosten.
Het stimuleringsbeleid kan worden aangepast door:
Aanbeveling 2: creëer additioneel stimuleringsinstrument
De tweede aanbeveling is om een additioneel stimuleringsinstrument te creëren voor specifieke meerkosten die gepaard gaan met strengere eisen – zoals multifunctioneel ruimtegebruik en participatie – maar niet goed in te passen zijn in een generiek instrument als de SDE++.
Dit instrument kan de vorm hebben van een regionale subsidie met als doel de uitvoering van de RES’en te ondersteunen bij het behalen van de gestelde doelen. De regio krijgt hiermee middelen om het lokaal gewenste multifunctioneel ruimtegebruik mogelijk te maken, waardoor voorkomen wordt dat deze projecten niet gerealiseerd worden omdat de SDE++-regeling tekortschiet.
Aanbeveling 3: benut potentieel RES’en
De derde en laatste aanbeveling is om het potentieel van de RES’en te benutten door provincies en gemeenten te faciliteren en stimuleren om deze plannen tot uitvoer te brengen.
Het Duitse subsidiesysteemDe Alliantie Zon stelt dat de Nederlandse SDE++-regeling op een aantal fronten verbeterd kan worden door een voorbeeld te nemen aan het Duitse subsidiesysteem. Daardoor gaat volgens de projectontwikkelaars de realisatiegraad van zon-op-dakprojecten omhoog, is er geen onnodige claim op subsidiebudget en wordt het risico op oversubsidiëring verminderd. Minder vrijblijvend Ten eerste zorgt dit dat de projectontwikkeling grotendeels van tevoren rond moet zijn, wat de zekerheid op realisatie verhoogt en ‘te gemakkelijke’ aanvragen die een negatieve impact hebben op de beschikbare subsidie voorkomt. Op dit moment wordt er ook subsidie aangevraagd voor zeer onzekere projecten, omdat aanvragen vrijblijvend is. Ten tweede zorgt dit ervoor dat, doordat het moment van aanvragen ook het moment van realiseren is, er enerzijds niet gespeculeerd kan worden op een toekomstige daling van de kostprijs van zonnepanelen. Anderzijds zorgt dit ervoor dat projecten niet onder water komen te staan, zoals momenteel het geval is doordat de marktprijzen voor arbeid en materiaal juist heel erg gestegen zijn waardoor de oorspronkelijke aanvraag niet waar gemaakt/gerealiseerd kan worden. Meerdere rondes Het derde en laatste ‘Duitse’ punt is het instellen van een boete wanneer realisatie niet gebeurt of te laat gebeurt. Hierdoor is er geen vrijblijvendheid meer in de regeling, waardoor aanvragen van een hoger niveau zijn en de drive om te realiseren hoger is. Aanvragen vanuit opportunisme worden zo immers voorkomen, de realisatiegraad zal richting de 100 procent stijgen en er wordt niet langer onnodig subsidieruimte bezet gehouden. |
De september 2024-editie van Solar Magazine is verschenen. Het tijdschrift bevat artikelen over de toekomst van de Nederlandse pv-markt, negatieve stroomprijzen, de strijd tegen dwangarbeid en Solar Solutions Kortijk.