Raad van State: klimaatbeleid van kabinet niet concreet genoeg

De Raad van State schrijft in de jaarlijkse beschouwing van het Klimaatbeleid dat het essentieel is dat het kabinet nu extra maatregelen neemt, knopen doorhakken over concrete maatregelen en prioriteiten stelt.

60 procent
In deze beschouwing toetst de afdeling Advisering van de Raad van State of het kabinetsbeleid voldoet aan de klimaatdoelstellingen die de Klimaatwet stelt.

Het wettelijke streefdoel voor emissiereductie is 55 procent in 2030. In de uitwerking van het beleid richt het kabinet zich op een reductiepercentage van 60 procent. In afwachting van het verschijnen van de Klimaat- en Energieverkenning 2022 begin november, laten de voorlopige cijfers van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) zien dat de afstand tussen het wettelijke streefdoel en de verwachte resultaten van het beleid nog groot is. Bij ongewijzigd beleid zal er sprake zijn van een reductie van 39 tot maximaal 50 procent.

Te weinig inzicht
Het kabinet geeft volgens de Raad van State te weinig inzicht in wat er op korte termijn en op lange termijn concreet gaat gebeuren. De afdeling Advisering roept in haar beschouwing het kabinet daarom op bestaande beleidsprogramma’s zoveel mogelijk en zo snel mogelijk om te zetten in concrete uitvoeringsagenda’s.

Omdat de krapte op de arbeidsmarkt groot is en materialen schaars zijn, moet het kabinet volgens de Raad van State prioriteiten stellen om de doelstellingen te halen. Ook moet de regering de volgorde kiezen waarin het klimaatbeleid wordt uitgevoerd en knelpunten wegnemen, zoals het tekort aan netinfrastructuur voor wind- en zonne-energie.

Regierol Rutte
Dit alles vraagt om sterke bestuurlijke regie. De afdeling Advisering beveelt daarom aan om de positie van minister Jetten voor Klimaat en Energie te verstevigen en de regierol van minister-president Rutte te verhelderen.

De Raad van State benadrukt tot slot dat er niet alleen aandacht van het kabinet moet zijn voor het behalen van de klimaatdoelen, maar ook voor de koopkracht van burgers. ‘Tegelijkertijd kan de huidige situatie worden benut om klimaatmaatregelen te versnellen. Door de hoge energieprijzen zijn energiebesparende maatregelen niet alleen goed voor het klimaat, maar leveren deze ook in financieel opzicht besparingen op. De investeringen die nodig zijn voor de energietransitie kunnen daardoor rendabeler worden.’