Dit alles blijkt uit de Voorjaarsnota die minister van Financiën Sigrid Kaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Dekking via Energie-investeringsaftrek
Minister Jetten maakte afgelopen week bekend dat de afbouw van de salderingsregeling nog een jaar uitgesteld wordt, te weten tot 1 januari 2025. Vanaf dat kalenderjaar krijgen de eigenaren van zonnepanelen versneld minder voordeel: ze mogen dat jaar 36 procent minder salderen om de opgelopen achterstand op het oorspronkelijke wetsvoorstel in te lopen.
‘Het wetsvoorstel afbouw salderingsregeling is vorig jaar voor de Tweede Kamer verkiezingen controversieel verklaard en heeft een jaar stilgelegen’, duidt minister Kaag in de Voorjaarsnota. ‘De opgelopen vertraging leidt tot 2 jaar uitstel, wat een budgettaire derving met zich meebrengt. Dekking wordt ten eerste deels bereikt binnen de salderingsregeling met de voorgestelde extra afbouwstap in 2025 in de salderingsregeling. Dit levert 35 miljoen euro op. De resterende opgave van circa 100 miljoen euro wordt gedekt via de Energie-investeringsaftrek (EIA): ten eerste door de in het coalitieakkoord voorgenomen intensivering van het EIA-budget vanaf 2023 met 50 miljoen euro 1 jaar uit te stellen (naar 2024) en ten tweede door voor 50 miljoen euro in 2024 een beroep te doen op de budgetreserve van de EIA.’
Andere optie onderzocht
Uit de kabinetsdocumenten blijkt dat het ministerie ook een andere optie onderzocht heeft om de kosten die gepaard gaan met het uitstel van de afbouw van het salderen te dekken.
Bij die optie zouden zonnepaneeleigenaren in het jaar 2025 nog slechts 39 procent mogen salderen om de budgettaire derving direct in 1 jaar en nog binnen de huidige kabinetsperiode in te lopen. Vervolgens zouden zonnepaneeleigenaren in 2026 conform het afgelopen week voorgestelde afbouwpad weer 64 procent mogen salderen. Ambtenaren van het ministerie van Financiën en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat hebben deze optie echter afgeraden. Hun voorkeur ging uit naar de nu gekozen route met een dekking via de EIA en een eenmalige, grotere afbouwstap van het salderen.