logo
wvhj2023
© Patricia Hofmeester | Dreamstime.com
© Patricia Hofmeester | Dreamstime.com
25 mei 2022

‘Kosten nultarief btw op zonnepanelen voor overheid mogelijk 2,4 miljard euro, cashflowproblemen voor installateurs’

De komst van een nultarief voor btw op zonnepanelen is handig voor de Belastingdienst, maar kostbaar voor de overheid, duur voor de consument en slecht voor de installateur en de verduurzaming van Nederland.

Dat stelt fiscaal jurist Romano Hagen in zijn zienswijze die ingediend is tijdens de internetconsultatie van het wetsvoorstel om de btw op zonnepanelen te verlagen naar 0 procent.

Kerntaak Belastingdienst
Hagen is fiscaal jurist, werkzaam in de verduurzamingsbranche sinds 2013 en eigenaar van ‘De Centrale’. Hagen meldt voor zijn zienswijze fiscaal onderzoek te hebben uitgevoerd en ook tientallen grotere en kleinere installateurs gesproken te hebben over de impact op hun bedrijfsvoering.

‘Het verlagen van het btw-tarief voor zonnepanelen is ingegeven om de administratieve druk bij de Belastingdienst te verminderen’, opent Hagen. ‘De processen bij de Belastingdienst lopen echter al erg goed, maar door de huidige hoeveelheid aanvragen kost het ook veel aandacht. Uitvoering van belastingwetten behoort echter ook tot de kerntaak van de Belastingdienst. Bij het invoeren van een nultarief vanwege administratieve druk bij de Belastingdienst moet daarom extra zorgvuldig de budgettaire neutraliteit en andere belangen voor de overheid maar ook de consument en het bedrijfsleven worden gewogen.’

2,4 miljard euro
Er is volgens Hagen bij de invoering van het nultarief géén sprake van budgettaire neutraliteit. ‘De schatkist zal onnodig btw-opbrengsten mislopen bij de aanschaf van zonnepanelen door woningcorporaties, vanwege reeds gemaakte prestatieafspraken. Ook btw-heffing bij verhuurders en Verenigingen van Eigenaren zal worden misgelopen. Naar verwachting zullen de gemiste belastingopbrengsten kunnen oplopen tot meer dan 2,4 miljard euro.’

Hagen rekent voor dat in Nederland in potentie nog 1,4 miljoen particuliere eengezinswoningen van zonnepanelen voorzien kunnen worden. ‘Het gemiddelde forfait bij de btw-afdracht bedraagt ongeveer 80 euro per woning, wat betekent dat de schatkist potentieel 112 miljoen euro misloopt. Daarnaast zullen nog eens 830.000 eengezinswoningen van woningcorporaties moeten worden voorzien van zonnepanelen. Een woningcorporatie vraagt in beginsel geen btw terug op een pv-installatie op een eengezinswoning. Dit kost de schatkist bij een nultarief gemiddeld 1.000 euro btw per installatie; oftewel nog eens 830 miljoen euro. Verder zijn er nog zo’n 600.000 particulier verhuurde woningen die in aanmerking komen voor zonnepanelen. De btw die de staat daarbij misloopt, is 600 miljoen euro. Tot slot zijn er de Verenigingen van Eigenaren (VvE’s) die momenteel geen btw terugvragen op zonnepanelen aangeschaft voor gezamenlijke ruimten. Uitgaande van 80.000 VvE’s die voor 50.000 euro zonnepanelen zouden kopen, mist de Nederlandse overheid hier ook nog eens 840 miljoen euro aan btw.’

‘Het is weliswaar niet exact uit te rekenen hoeveel belastingopbrengst de schatkist door de invoering van een nultarief misloopt – omdat niet iedere woning zonnepanelen zal krijgen en de aantallen een inschatting zijn – maar het zal om een miljardenbedrag gaan.’

Cashflowproblemen installateurs
Bovendien waarschuwt Hagen voor cashflowproblemen bij installateurs van zonnepanelen. ‘De btw-kassafunctie van de installateur wordt uit balans gehaald, waardoor er bij de installateur ernstige cashflowproblemen zullen ontstaan. Daarmee kan het nultarief mogelijk tot faillissementen van installatiebedrijven leiden’, stelt Hagen.

‘De Nederlandse ondernemer heeft in principe een kassafunctie voor de inning en afdracht van btw’, duidt de fiscaal jurist. ‘In de basis heeft een ondernemer een positieve cashflow uit de kassafunctie waarbij het overschot elk kwartaal aan de Belastingdienst wordt overgemaakt. De btw op de inkoop dient bij de groothandel afgedragen te worden en kan later via de btw-aangifte teruggevraagd worden. De btw op de verkoop wordt bij de consument geïnd en dient later via de btw-aangifte afgedragen te worden. De btw op de verkoop is hoger dan op de inkoop, waardoor er na ieder kwartaal een afdracht aan de Belastingdienst plaatsvindt. Als de installateur straks bij de verkoop aan de consument 0 procent btw in rekening brengt, loopt hij een positieve cashflow mis. In dat geval moet de installateur dus wel 21 procent btw op de inkoop betalen, maar mag hij 0 procent btw in rekening brengen. Waar nu sprake is van een positieve cashflow voor de installateurs, is straks voor de btw sprake van een negatieve cashflow.’

115.000 euro
Hagen rekent voor dat een installateur die 1 zonnepaneelinstallatie per dag verkoopt, straks meer dan 115.000 euro zal moeten voorschieten. Indien een installateur 2 zonnepaneelinstallaties per dag verkoopt, is dat al 230.000 euro. ‘Er zijn bijna geen installateurs die dit verschil in cashflow kunnen voorschieten’, waarschuwt Hagen. ‘Bovendien kan dat geld niet voor andere investeringen gebruikt worden, zodat de groei in de verduurzaming zal worden afgeremd. Zelfs als voor de btw sprake is van maandaangiften in plaats van kwartaalaangiften, is er nog steeds een cashflownadeel van circa 53.750 euro als de installateur 1 zonnepaneelinstallatie per dag uitvoert. Bovendien brengen maandaangiften onevenredig veel druk op de administratie van de kleine installateur waardoor dit ook geen oplossing kan bieden.’

‘Sommige installateurs zullen failliet gaan, omdat er onvoldoende geld beschikbaar is om deze kosten te betalen’, vervolgt Hagen. ‘Een ander scenario is dat de installateur zijn inkoop in het buitenland gaat doen waardoor tegen 0 procent btw wordt ingekocht. Daarmee zullen Nederlandse groothandels omzet zien verdwijnen en zullen winsten in het buitenland neerslaan. Dit leidt tot verlaging van de Nederlandse opbrengst van de vennootschapsbelasting. Een ander risico is dat de installateur de prijzen aan de consument verhoogt, omdat hij anders niet kan overleven.’

2 oplossingen
Er zijn volgens Hagen 2 alternatieve oplossingen om de administratieve druk bij de Belastingdienst efficiënt te verminderen. ‘In het kader van een gewogen belangenafweging zullen deze opties eerst onderzocht moeten worden. Het gaat om het herinvoeren van een voorheen bestaande regeling waarbij een tweede btw-teruggave mogelijk is en een digitale koppeling tussen de Belastingdienst en de fiscale dienstverleners. Met zo’n koppeling kan de zonnepaneeleigenaar aangemeld worden bij de Belastingdienst en kan het bankrekeningnummer doorgegeven worden. In die situatie zal de Belastingdienst via geautomatiseerde processen en zonder veel inspanningen de aanmeldingen en aangiften kunnen verwerken. Dit zorgt voor de gewenste administratieve verlichting.’

Meer dan zonnepanelen
Een nog niet benoemd pijnpunt zijn volgens Hagen alle aanverwante producten en diensten die installateurs verkopen. ‘De vraag is of daarmee voldoende rekening wordt gehouden en de regelgeving niet onnodig ingewikkeld zal worden of bepaalde maatregelen vanwege de btw onaantrekkelijk zullen worden.’

Zo verkopen veel installateurs onderhoudsabonnementen bij de aanschaf van zonnepanelen. Hagen: ‘Op onderhoudsabonnementen zal geen nultarief van toepassing zijn wat de factuur gecompliceerder maakt en de btw-teruggave daarop alsnog mogelijk maakt.’ Verder wijst de fiscaal jurist op pvt-panelen en bescherming tegen vogels. ‘Pvt-panelen combineren de opwek van zonnestroom en zonnewarmte. Volgens de toelichting op het wetsvoorstel wordt het gehele pvt-systeem niet onder het nultarief geschaald. Hiermee wordt door het toepassen van een fiscale regeling een ongelijk en niet te rechtvaardigen speelveld gecreëerd voor pvt-leveranciers. Een ander veelverkocht product is vogelbescherming die voorkomt dat vogels nesten onder de zonnepanelen maken. Ook dit product valt niet direct onder een zonnepaneelinstallatie. De factuur dient daarom gesplitst te worden naar de verschillende btw-tarieven, waarbij een deel van de btw alsnog via de Belastingdienst teruggevraagd dient te worden.’

Al met al is de conclusie voor Hagen kristalhelder. ‘Het invoeren van een nultarief zal leiden tot aanzienlijke belastingderving en er ontstaan veel problemen voor de installatiebranche in combinatie met vele complicaties en prijsstijgingen voor de consument. Het administratieve voordeel voor de Belastingdienst staat niet in verhouding met de negatieve gevolgen voor de schatkist, de installatiebranche en de consument. Wij vragen ons af of deze problemen voldoende zijn onderkend.’

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten