Onderzoeksfaciliteit SWITCH van start: ‘Optimaliseren toekomstige duurzame-energiesysteem vergt holistische aanpak’

In Flevoland wordt bij SWITCH geëxperimenteerd met de opwek, opslag en conversie van groene stroom, en het afstemmen van deze duurzame-energiecentrale op de transportcapaciteit en marktvraag. Peter Eecen, R&D-manager Windenergie bij TNO: ‘Dit onderzoek is van fundamenteel belang voor het waarmaken van het hernieuwbare-energiesysteem.’

Peter Eecen maakt deel uit van de groep Renewable Electricity van TNO. Daarin is 2 jaar geleden het onderzoek naar energie uit wind en zon samengevoegd vanuit de wetenschap dat de integratie van beide groene energiebronnen steeds belangrijker wordt, zowel operationeel als wat betreft de businesscase. Belangrijke vragen zijn daarbij hoe men het aandeel in de energiemix kan verhogen terwijl men de stroom kan blijven transporteren, niet alleen in het huidige energiesysteem, maar ook over 30 jaar wanneer dat er volledig anders uit zal zien.

Holistische blik
‘Dat vergt niet alleen heel veel technologieontwikkeling’, stelt Eecen. ‘We moeten ook een geheel nieuwe markt optuigen. De opwek van groene stroom is – in tegenstelling tot fossiel – minder regelbaar. Dat betekent dat we binnen het 100 procent hernieuwbare-energiesysteem meer moeten produceren dan we gebruiken; je wilt voorkomen dat een gascentrale moet bijspringen als de vraag het aanbod overtreft. De komende decennia gaan we in Nederland naar 60 tot 70 gigawatt aan windenergie en nog meer zon. Tegelijkertijd is grootschalige opslag in elektronen en moleculen noodzaak om gelijktijdigheid van productie en gebruik te kunnen garanderen. Flexibiliteit kost dus geld aan alle kanten. Een van de grote uitdagingen voor de toekomst is het optimaliseren van dit energiesysteem. Dat vraagt om een holistische blik en aanpak.’

Verschillende configuraties
SWITCH is een initiatief van TNO en WUR. Het staat – met als motto ‘Switch to the future’ – in het teken van het creëren van een stabiel en betaalbaar hernieuwbare-energiesysteem met wind en zon als belangrijkste bronnen. Daarbij wordt samengewerkt met diverse marktpartijen. De faciliteit in de Flevopolder kwam mede tot stand met behulp van een financiële bijdrage van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Het fieldlab bestaat uit windturbines (6 maal 10 kilowatt), een zonneveld (30 kilowattpiek), elektrolyser (25 kilowatt) en batterijen (50 kilowattuur). Die zijn aan elkaar gekoppeld via een relatief zwak elektriciteitsnet dat kan worden afgekoppeld van het nationale stroomnet. Zo kan worden geëxperimenteerd met verschillende configuraties van deze duurzame-energiecentrale ten aanzien van de afstemming van het energieaanbod op de marktvraag en de netcapaciteit. WUR richt zich daarbij met name op waterstoftoepassingen voor de agrarische sector om tot fossielvrije landbouw te komen. TNO focust op hoe het net van de toekomst de grote hoeveelheid duurzaam opgewekte zonne- en windenergie kan verwerken.’

Lees hier het volledige artikel in de mei 2022-editie van Solar Magazine.