De installateur heeft in opdracht van een autobedrijf in Lemmer de achterzijde van het dak voorzien van zonnepanelen en heeft daarbij ook oude dakplaten vervangen. Volgens de klant heeft de installateur dat niet goed gedaan en zijn er daardoor lekkages ontstaan.
1.460,96 euro
Om die reden vordert de klant een schadevergoeding. De kantonrechter had eerder een klein bedrag toegewezen voor niet-verrichte werkzaamheden en de rest van de vordering afgewezen. Het gerechtshof stelt nu in het hoger beroep het grotendeels eens te zijn met de kantonrechter, maar vindt dat het installatiebedrijf nog een klein schadebedrag van 1.460,96 euro moet vergoeden voor lekkage door een gescheurde dakplaat.
Nieuw dak
Voor het pand waarin de auto-onderneming haar bedrijf uitoefent en waarin de vennoot met zijn gezin woont, sloot het autobedrijf in augustus 2019 een overeenkomst met het installatiebedrijf. Voor een bedrag van 17.545 euro inclusief btw zou de achterzijde van het dak tot aan de nok vervangen worden en zouden daarop zonnepanelen gelegd worden. Het installatiebedrijf heeft de oude golfdakplaten verwijderd en nieuwe golfdakplaten gelegd. Transparante golfplaten in het dak heeft het bedrijf daarbij hergebruikt. Op het nieuw gelegde dak heeft het installatiebedrijf zonnepanelen geplaatst. De nokken en de bovenste dakplaten zijn niet vervangen.
In augustus 2020 heeft het geregend, waarna het autobedrijf lekkage ontdekte en direct het installatiebedrijf op de hoogte heeft gesteld. Een medewerker van de installateur heeft een scheur in een dakplaat gedicht. Een maand later zijn de partijen uit elkaar gegaan met onenigheid.
Regenbui
De schade die door de regenbui in augustus 2020 aan plafond, muur en laminaat is veroorzaakt door water, moet op kosten van het installatiebedrijf verholpen worden. Het gerechtshof wijst daarvoor het eerder genoemde bedrag van 1.460,96 euro toe.
In het hoger beroep vorderde het autobedrijf verder onder meer 700 euro voor het keuren van de zonnepanelen. Omdat zij echter geen zogenaamde hoofdvordering heeft ingesteld voor de zonnepanelen is er op grond van het Burgerlijk Wetboek geen rechtsgrondslag voor toewijzing van deze vordering. Dat het installatiebedrijf is tekortgeschoten bij het leggen van de zonnepanelen heeft het bedrijf volgens het gerechtshof ‘gemotiveerd bestreden’. Verder heeft zij ter zitting aangevoerd dat de op 22 januari 2022 verrichte Scope 12-keuring niet van toepassing is op het beperkte aantal zonnepanelen dat is gelegd.
Het eindoordeel van het gerechtshof bevat ook een tegenvaller voor het autobedrijf: dat moet de kosten voor het hoger beroep van het installatiebedrijf betalen: te weten 2.106 euro voor griffierecht en 2.228 euro voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief.