België: verlaagde btw van 6 procent voor zonnepanelen per 1 april van kracht

Met het aannemen van het voorstel van minister van Financiën Vincent Van Peteghem wordt handen en voeten gegeven aan het half maart bekendgemaakte voornemen van de regering om de btw te verlagen. Van Peteghem: ‘Voor veel gezinnen is meestappen in de energietransitie vandaag nog het allerlaatste van hun zorgen. Terwijl het net dé manier is om de energiefactuur structureel te verlagen. Daarom mogen we mensen vandaag niet afschrikken. We moeten hen begeleiden: waar gaan we naartoe en hoe pakken we het aan. Met deze maatregelen bieden we hen richting en duidelijkheid en daar horen ook heldere voorwaarden bij.’

Minder dan 10 jaar oud
De btw-verlaging is onderdeel van het vierde pakket van de Belgische regering om de sterk stijgende energieprijzen het hoofd te bieden. Het btw-tarief van 6 procent voor de installatie van zonnepanelen, warmtepompen en zonneboilers (red. en dus niet voor thuisbatterijen) geldt van 1 april 2022 tot en met 31 december 2023 voor woningen jonger dan 10 jaar, met inbegrip van nieuwbouwwoningen en woningen heropgebouwd na afbraak. Voor woningen ouder dan 10 jaar bestaat al langer een verlaagd btw-tarief voor de installatie van zonnepanelen, warmtepompen en zonneboilers. Wie een woning ouder dan 10 jaar laat renoveren, geniet in België namelijk van een verlaagd btw-tarief van 6 procent.

Voorwaarden
Voor de nu aangekondigde btw-verlaging gelden overigens nog enkele andere belangrijke randvoorwaarden. De eerste is dat de levering gefactureerd wordt aan een eindverbruiker. Een tweede voorwaarde bepaalt dat de levering betrekking moet hebben op een woning die uitsluitend of hoofdzakelijk als privéwoning wordt gebruikt.

Een laatste randvoorwaarde is van technische aard. De regering maakt alleen een verlaagd btw-tarief mogelijk voor verwarmingssystemen – zoals zonneboilers en warmtepompen – die aan bepaalde normen voor uitstoot voldoen. Rekening houdend met het feit dat de meeste zonneboilers en warmtepompen geen of nauwelijks uitstoot hebben, hebben deze installaties volgens de overheid geen enkel probleem om deze referentienormen te behalen. Alleen voor bepaalde technische installaties die gedeeltelijk terugvallen op fossiele brandstoffen, bijvoorbeeld bij zonneboilers die maar gedeeltelijk functioneren op basis van zonnewarmte, zal moeten worden nagegaan of zij aan de bestaande normen voldoen. In dat geval zal de specifieke referentienorm in acht moeten worden genomen die is opgenomen voor de specifieke bijkomende verwarmingsinstallatie op fossiele brandstof die verbonden is met de zonneboiler.