Dat stellen onderzoekers van CE Delft die in opdracht van Netbeheer Nederland de mogelijkheden onderzocht hebben om het Nederlandse stroomnet efficiënter te benutten. Door subsidies, tariefstelsels en wet- en regelgeving snel te herzien, kunnen netbeheerders volgens de onderzoekers op korte termijn meer zonnepanelen en windmolens op het stroomnet aansluiten.
Netverzwaring op maximaal tempo
‘Het verkleinen van dit tekort met beleidsmaatregelen is additioneel naast netverzwaring’, aldus de onderzoekers. ‘Netverzwaring op maximaal tempo is vereist de komende jaren. Door de beleidsmaatregelen en efficiënter gebruik van het netwerk kan de opgave wel verkleind worden.’
Door middel van 5 casussen heeft CE Delft knelpunten waardoor het netwerk nu inefficiënt gebruikt wordt, geïdentificeerd. Dit zijn knelpunten in tarieven, subsidiemechanismen, beleid of technieken. CE Delft heeft daarbij 8 beleidsmaatregelen in kaart gebracht (red. zie kader) om deze knelpunten op te lossen. Deze maatregelen vallen onder directe invloed van de overheid of netbeheerders en hebben het potentieel om het tekort aan infrastructuur terug te dringen.
Huidige nettarieven niet kostenreflectief
Een belangrijke conclusie van de onderzoekers is dat de huidige nettarieven niet altijd kostenreflectief zijn. ‘Nettarieven die de daadwerkelijke kosten reflecteren, zijn een belangrijk middel om efficiënt gebruik van de infrastructuur te stimuleren’, aldus de onderzoekers. Kostenreflectieve tarieven dekken de daadwerkelijke kosten die een eindgebruiker veroorzaakt.’
Een voorbeeld zijn huishoudens die het zogenaamde capaciteitstarief betalen. ‘Huishoudens betalen niet voor hun daadwerkelijke netgebruik maar één vast bedrag, gebaseerd op de grootte van de aansluiting’, stelt CE Delft. Een ander voorbeeld zijn grote bedrijven. ‘Zij krijgen een hoge korting om de concurrentiepositie ten opzichte van het buitenland te verbeteren. Producenten, zoals zonneparken of gascentrales, betalen geen transporttarief. Daardoor betalen zij alleen de vaste lasten voor de elektriciteitsinfrastructuur en slechts een gedeelte van de daadwerkelijke kosten. Als tarieven niet kostenreflectief zijn, worden er keuzes gemaakt die niet maatschappelijk optimaal zijn. Eindgebruikers maken dan meer of juist minder gebruik van het elektriciteitsnetwerk dan economisch optimaal is. Wij pleiten voor invoering van kostenreflectieve tarieven zonder uitzonderingen. Dit betekent bijvoorbeeld een aanpassing van het capaciteitstarief voor kleingebruikers en afschaffen van kortingen.’
De 8 beleidsmaatregelenCE Delft geeft het kabinet en de toezichthouders in overweging om de 8 volgende beleidsmaatregelen te nemen: 1. Producententarief: met de invoering van een producententarief gaan opwekkers betalen voor diepere netverzwaring; te weten netverzwaring verderop in het stroomnet. Hierdoor wordt het stroomnet efficiënter benut, waardoor er minder netverzwaring nodig is en de totale kosten voor het elektriciteitsnet dalen. 2. Ongegarandeerde netcapaciteit: bij een ongegarandeerde aansluiting kiest de klant voor een aansluiting met minder zekerheid. Daardoor kan de netbeheerder de capaciteit beperken wanneer dat nodig is. In ruil daarvoor ontvangt de klant een lager tarief. Deze beleidsmaatregel kan een oplossing zijn om flexibele gebruikers sneller aan te sluiten, zodat ze toch een netaansluiting kunnen krijgen in gebieden met een tekort aan netcapaciteit. 3. Subsidie op batterijen bij grootschalig zon-pv: met een gerichte subsidie voor batterijopslag wordt de netbelasting rond het middaguur verlaagd en wordt grotendeels fossiele stroom in de avond vervangen. Het stellen van strikte voorwaarden voor de subsidie op batterijen is wel van belang. 4. Rangschikking zon-pv SDE++: zonnepaneelinstallaties leggen door een hoge productiepiek een aanzienlijk beslag op het stroomnet, maar betalen niet mee aan de resulterende netinvestering. Door een aanpassing van de SDE++ krijgen pv-installaties alsnog een prikkel om hun netimpact te beperken, want door de herziene rangschikking zouden projecten eerder subsidie krijgen als ze het stroomnet efficiënt gebruiken. 5. Maximale aansluitwaarde kleinschalige zon: CE Delft stelt een nieuwe standaard voor om zonnepanelen aan te sluiten bij kleinverbruikers. Het omvormervermogen moet kleiner zijn dan het piekvermogen van de zonnepanelen, bijvoorbeeld 70 of 50 procent. Daarmee neemt de piekbelasting in het netwerk af en ontstaan er minder spanningsklachten en netcongestie. De verliezen door ‘weggegooide’ duurzame energie zijn slechts beperkt. 6. Subsidie op thuisbatterijen: om de netproblematiek rond lokale zonnepanelen nog sneller op te lossen, kan naast de afbouw van de salderingsregeling een subsidie voor thuisbatterijen overwogen worden. De wenselijkheid van deze subsidie moet nog wel goed afgewogen worden. 7. Additionele eisen aanbestedingen laadpunten: het elektriciteitsnet kan efficiënter gebruikt worden door het opnemen van meer eisen in aanbestedingen voor laadpalen. Daarnaast kan de netbeheerder de netverzwaring efficiënt en gepland uitvoeren als dat nodig is voor de laadpunten. 8. Infrastructuur voor de warmtetransitie: deze oplossingsrichting gaat over de efficiënte en tijdige realisatie van de vereiste infrastructuur. |
De september 2024-editie van Solar Magazine is verschenen. Het tijdschrift bevat artikelen over de toekomst van de Nederlandse pv-markt, negatieve stroomprijzen, de strijd tegen dwangarbeid en Solar Solutions Kortijk.