Consultatie Wetsvoorstel warmtetransitie in gebouwde omgeving afgerond: tientallen negatieve en positieve reacties

Het wetsvoorstel vloeit voort uit afspraken die in het Klimaatakkoord zijn gemaakt.

Geen verplichting
In samenspraak met bewoners, gebouweigenaren en andere stakeholders kiezen gemeenten in de wijkgerichte aanpak de beste duurzame manier om de wijk te verwarmen. Per wijk kan de oplossing en aanpak verschillen. Alternatieven voor aardgas zijn bijvoorbeeld warmtenetten al dan niet gevoed met zonnewarmte, verwarming door elektriciteit met warmtepompen of groen gas.

Het wetsvoorstel bevat aanpassingen van de Omgevingswet en de Gaswet. De gemeente kan daardoor straks bepaalde wijken aanwijzen waar een energievoorziening met duurzame energie beschikbaar komt ter vervanging van het aardgas. Dit dient wel te gebeuren via een zorgvuldig proces van democratische besluitvorming en er moet worden voldaan aan waarborgen voor bewoners en gebouweigenaren. Zo is gewaarborgd dat woning- en gebouweigenaren altijd zelf mogen kiezen met welk duurzaam alternatief ze hun woning of gebouw verwarmen. Er komt dus geen verplichting om bijvoorbeeld mee te doen aan een collectief warmtenet.

Geen aardgas meer
Wel kan de gemeente indien er een goed en betaalbaar duurzaam alternatief is, bepalen dat de netbeheerder na een bepaalde datum geen aardgas meer transporteert naar een bepaalde wijk. Hier dient een ruime overgangstermijn in acht genomen te worden, zodat woning- en gebouweigenaren zich op deze verandering voor kunnen bereiden.

Met dit wetsvoorstel treedt het kabinet tegemoet aan de wens van veel gemeenten. Nu betrokkenen hun visie op het wetsvoorstel hebben gegeven, gaan de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Economische Zaken en Klimaat de reacties verwerken. Daarna stuurt het kabinet het wetsvoorstel naar de Tweede Kamer. Minister Jetten stelt dat de beoogde inwerkingtreding van de wet voorzien is op 1 januari 2024.