logo
wvhj2023
© Patricia Hofmeester | Dreamstime.com
© Patricia Hofmeester | Dreamstime.com
8 januari 2022

Het Dilemma | ‘Afschaffen btw op zonnepanelen leidt tot oneerlijke concurrentie’

Is het afschaffen van de btw op zonnepanelen een goed idee? In deze editie van Het Dilemma spreekt Solar Magazine met fiscaal jurist Romano Hagen. ‘Een nultarief leidt in potentie tot oneerlijke concurrentie.’

De Europese Unie wil voor haar lidstaten de mogelijkheden creëren om de btw op zonnepanelen te verlagen tot 0 procent. Een sympathiek idee, maar draagt het ook daadwerkelijk bij aan een snellere uitrol van zonne-energie?
‘Helaas is het antwoord nee. Het verlagen van het btw-tarief zal waarschijnlijk niet leiden tot extra investeringen in zonnepanelen. Er is zelfs sprake van freerider-gedrag: de Nederlandse staat loopt aanzienlijke inkomsten mis – zoals het forfait, de belasting over de opgewekte zonnestroom, maar ook de btw die woningcorporaties, VvE’s, sportverenigingen, et cetera. in het huidige systeem voor zonnepanelen wel betalen. Het lijkt misschien preken voor eigen parochie – met De Centrale hebben wij ons immers ook gespecialiseerd in btw-teruggave voor consumenten die zonnepanelen kopen – maar we staan ook met onze spreekwoordelijke voeten in de klei. Een nultarief levert de Nederlandse overheid simpelweg geen voordeel op. Sterker nog: het in een consumentenmarkt hanteren van verschillende btw-tarieven voor verschillende producten kan onrust veroorzaken en waarschijnlijk leiden tot oneerlijke concurrentie. Gratis is niet altijd beter.’

Waarin schuilt het gevaar?
‘Nu verduurzaming gemeengoed is geworden, “vechten” verkooporganisaties om de gunst van de klant en staan de prijzen onder druk. Bijna alle pv-installateurs verkopen naast zonnepanelen ook andere producten zoals vogelweringen, warmtepompen, zonneboilers, onderhoudscontracten, thuisbatterijen en laadpalen voor elektrische auto’s. Als een consument meerdere producten tegelijk koopt, is het voor klanten interessant om de zonnepanelen op de eindfactuur zo “duur” mogelijk te maken. Over de zonnepanelen hoeft men immers geen btw te betalen. Bij de huidige concurrentiestrijd en prijsdruk is het niet ondenkbaar dat installateurs gaan “goochelen” met de verkoopprijzen van de gekochte producten. Installateurs die de regelgeving wél serieus nemen – en de daadwerkelijke prijzen factureren – ondervinden dan oneerlijke concurrentie van bedrijven die al dan niet onder druk van de klant de factuur aanpassen. Dit fenomeen bestaat nu ook al in zeer lichte vorm, maar het grote verschil is dat nu nog iedere factuur door de Belastingdienst wordt bekeken en klanten zelf vragen dienen te beantwoorden bij de btw-teruggave. Daar gaat een zeer sterke preventieve werking van uit. Valt die weg, dan zullen de grenzen naar alle waarschijnlijkheid vervagen en het fenomeen van btw-shopping oprukken.’

Zie je nog meer potentiële problemen?
‘Ja. Een voorbeeld zijn pvt-systemen die zonnestroom en zonnewarmte opwekken. Deze bestaan uit verschillende elementen. Naast zonnepanelen zijn dat bijvoorbeeld de collectoren, het vloeistofsysteem en de warmtepomp. Welk onderdeel behoort wel en welk niet tot de zonnepanelen? Die vraag is niet 1-2-3 te beantwoorden. Tariefdifferentiatie zal tot btw-shopping kunnen leiden, met opnieuw oneerlijke concurrentie als gevolg. Nog zo’n voorbeeld zijn nieuwbouwwoningen. Daarbij zal een deel van de verkoopprijs van de woning aan de zonnepanelen toegerekend moeten worden, maar hoe wordt dat bepaald bij een dergelijk complex product? Ook voor verhuurders van zonnepanelen kunnen de gevolgen aanzienlijk zijn, want op de verhuursom zit straks nog steeds btw. Verhuurbedrijven worden dus benadeeld als Nederland overgaat tot een nultarief en dat mag echt niet, want zij bedienen een belangrijke groep die niet direct wil of kan betalen.’

Schuilen er voor installateurs ook nog risico’s in een nultarief?
‘Jazeker. Het wordt bijvoorbeeld zeer ingewikkeld om onderscheid te maken tussen een woning en een niet-woning. Dat klinkt heel eenvoudig, maar de praktijk is weerbarstig. Denk aan de garagebox, de vereniging van eigenaren met onder appartementen een winkelruimte, een woning die als kantoor wordt gebruikt, de werkplaats van de zzp’er naast de woning, en ga zo maar door. Deze problematiek speelt al jaren bij de overdrachtsbelasting en heeft tot een stroom aan rechtszaken geleid. Bovendien leidt de toevoeging aan de btw-wetgeving die de formulering die de Europese Unie in de wetgeving voor ogen heeft – “levering en installatie van zonnepanelen op en naast particuliere woningen, woningen en openbare en andere gebouwen die worden gebruikt voor activiteiten van openbaar belang” – vragen op. Hoe moet dat worden gezien en hoe moeten een installateur en de Belastingdienst dat onderscheid onderkennen? Is de lokale bridgevereniging of voetbalvereniging van openbaar belang? Mijns inziens wordt de btw-behandeling hierdoor ongekend ingewikkeld en lopen installatiebedrijven het risico op naheffingen, omdat ze wel btw hadden moeten berekenen maar dat in de praktijk niet is gebeurd.’

Ondanks al deze bezwaren zou een nultarief voor de Belastingdienst toch minder werk opleveren?
‘Dat is maar zeer de vraag. De Belastingdienst hoeft weliswaar geen btw-registraties en -aangiften meer uit te voeren van consumenten die zonnepanelen hebben gekocht, maar moet wel de naleving van de regelgeving intensiveren om btw-shopping tegen te gaan. Het is immers zijn wettelijke plicht om voor de installatiebranche een gelijk speelveld te waarborgen. Die controles zullen een flinke inzet van de beperkte controlecapaciteit van de Belastingdienst vergen. Controles vinden pas naderhand plaats, waardoor potentiële schade al veroorzaakt is. Bovendien verloopt de huidige btw-teruggave voor zonnepanelen zeer soepel door de jarenlange ervaring van de zonne-energiesector en het geautomatiseerde aanmeldproces bij de Belastingdienst. Hierdoor is er momenteel dus relatief weinig mankracht nodig. Bij een nultarief op zonnepanelen moet er beperkte controlecapaciteit voor installatiebedrijven vrijgemaakt worden. Die vergt veel kennis en klantspecifieke aandacht.’

En wat zijn de gevolgen voor de Nederlandse schatkist?
‘Nederland telt bijna 8 miljoen woningen. Zo’n 60 procent is in handen van individuele woningeigenaren. De rest van de woningen wordt verhuurd door woningcorporaties of particuliere verhuurders. Een eerste voorzichtige berekening maakt duidelijk dat de Nederlandse staat potentieel 1,5 miljard euro aan btw-inkomsten misloopt. Het grootste deel is afkomstig van woningcorporaties die nu geen btw-teruggave krijgen als zij zonnepanelen aanschaffen. Maar ook het forfait dat de Nederlandse overheid misloopt bij particuliere woningen kan oplopen tot zo’n 160 miljoen euro. Dit omvangrijke bedrag van 1,5 miljard euro kan in de verduurzaming op andere plekken vele malen beter ingezet worden.’

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten