logo
wvhj2023
© Rudmer Zwerver | Dreamstime.com
© Rudmer Zwerver | Dreamstime.com
9 december 2021

PBL: 45 tot 65 procent van grootschalige projecten met zonnepanelen wordt gerealiseerd

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) verwacht dat 45 tot 65 procent van de grootschalige pijplijnprojecten met zonnepanelen daadwerkelijk gerealiseerd wordt. Deze hebben al subsidie toegekend gekregen.

De pijplijnprojecten zijn niet alleen in het bezit van een subsidiebeschikking, maar zijn ook in het bezit van een vergunning. Het gaat om 463 zonneparken en 15.158 zonnedaken (red. peildatum 1 januari 2021). Welke van deze grootschalige projecten met zonnepanelen gerealiseerd zullen worden en in welke regio dat zal gebeuren, is volgens de PBL-onderzoekers nog niet met voldoende zekerheid vast te stellen.

Realisatiegraad
Voor de schatting van de realisatiegraad hanteren de PBL-onderzoekers een onder-, midden- en bovenwaarde van 45, 55 en 65 procent. Dit is het resultaat van een verkenning van het effect van een 3-tal onzekerheden op de realisatiegraad van pijplijnprojecten voor grootschalige zon-pv.

Het PBL heeft 3 effecten onderzocht:

  1. Vrijval, het afvallen/niet doorgaan van pijplijnprojecten in de categorieën ‘bouwfase’ en ‘SDE-beschikking’: initiatiefnemers noemen vaak financieringsproblemen en verzekeringskwesties als reden voor vrijval.
  2. Eigen gebruik van geproduceerde elektriciteit uit grootschalige zon-pv op daken en velden: de aanname van het PBL is dat het eigen gebruik tot een verruiming van de realisatiegraad leidt. Eigen gebruik vermindert namelijk de elektriciteit die getransporteerd moet worden en kan zo de realisatiegraad van projecten verhogen. Volgens de Monitor zon-pv van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland wordt gemiddeld ongeveer 10 procent van de geproduceerde elektriciteit uit zon-pv op velden en op water niet via het netwerk getransporteerd, maar lokaal gebruikt. Bij zon-pv op daken is dat aanzienlijk meer. Daar hanteert het PBL een marge voor eigen gebruik van 30 à 50 procent. Het eigen gebruik bij zon-pv op daken leidt zo tot een 22 à 44 procent hogere realisatiegraad dan bij zon-pv op velden en op water.
  3. Schaarste op het netwerk in het gebied van een aantal grote regionale netbeheerders: de onderzoekers hebben het aantal getekende offertes per netbeheerder voor pijplijnprojecten zon-pv op velden (grote zonneparken) uit de ‘najaarsronde 2020’ als proxy genomen voor de realisatiegraad van alle in 2020 aangevraagde en beschikte pijplijnprojecten voor zon-pv op velden en water. Voor het Enexis-gebied gaf dit een onder- en bovenwaarde van 20-35 procent, voor het Liander-gebied was dit 30-45 procent; in het Stedin-gebied was er voor de onderzochte projecten nog geen sprake van netwerkschaarste. Daar wordt de realisatiegraad bepaald door het percentage vrijval van pijpprojecten. Voor het Enduris-gebied is op indicatie van de regionale netbeheerders een onder- en bovenwaarde gelijk aan die in het Liander-gebied verondersteld. Elke RES-regio heeft meestal met 1 en soms 2 regionale netbeheerder(s) te maken. In een regio waar 2 netbeheerders een belangrijke rol spelen, is het gemiddelde genomen van beide onder- en bovenwaarden.

Realisatiegraad per netbeheerder
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de realisatiegraadmarges per netbeheerder voor pijplijnprojecten in de categorieën ‘bouwfase’ en ‘SDE-beschikking’ voor de in 2020 aangevraagde projecten.

Netbeheerdergebied

Enexis

Liander

Stedin

Zon-pv op veld / water

20-35 procent

30-45 procent

80-95 procent

Zon-pv op dak

26-63 procent

39-75 procent

60-75 procent

Lineaire afname
Voor de voorgaande jaren heeft het PBL op indicatie van de regionale netbeheerders aangenomen dat er pas na 2018 sprake is van substantiële schaarste op het netwerk. Daardoor bepaalt het percentage vrijval in alle gebieden de realisatiegraad tussen 2014 en 2018. Na 2018 gaat het PBL daarom uit van een lineaire afname per gebied tot de realisatiegraadmarge in 2020.

Op basis van al deze gegevens heeft het PBL de realisatie berekend van alle pijplijnprojecten voor zon-pv op daken en zon-pv op velden of water per regio en per jaar (red. periode 2014-2020). Hieruit bleek dat ongeveer 45 tot 65 procent van alle pijplijnprojecten voor zon-pv zou kunnen worden gerealiseerd.

Kanttekening die het PBL daarbij maakt, is dat als gevolg van de regionale verschillen afwijkingen in de realisatiegraad per regio mogelijk zijn van 10 tot 30 procent hoger en lager.

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten